virus – alexander baneman

een gruweldicht

Voor I.

goudgeluimde snippers dag nassen als nagels kleefsels jicht
zwart krassen ze in de wissels van het moeten ze kreunen
verdomd ik rijt de kleur aan reten met schwalbes van onbenul
en stoffeer de nacht met pareltjes pracht als lange scheurtanden
van heintje zonder mama met die banden van arabisch goed
                          wie vraag ik
heeft geklopt met de hand in een envelop van vergane uren en
lust en kramp en kwel en tevree dat is zeker niet lachen
kots en gaap nu ginnegap mijn naam is virus ik kom in
macabere mantels mooi van fluweel uit nevels naargeestig neergaan

                          in doorregen druppels
als langzaam scheren over de stoppelwang van de gier niet
zomaar verdonkeren en verdonkeremanen als het balm in zweet
van de hand van nu het doek werpen nee nee nee ik zeg pas
op kleine kuikentjes met krulspelden en kriekenbier daar seist de
boot niet door golven gerommeld en geborreld maar als een hulk
hupt het van hopstaakje door de lucht schreeuwt om te scharrelen
scheert nu ook ja het staat voor de deur te rammelen en te
rotzooien en te rukken aan een spuitgrage reuzenroede van roest
zo zwart als zweren op de zwengel immer op de punt van de punter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Recente bijdragen

Recente reacties

Cookies?
Cookies = OK