“De mens, die in enigerlei richting naar het betere streeft, maakt zich in gedachten
veelal voorstellingen van te verkrijgen resultaten, welker totstandkoming
hij bij dieper nadenken als niet te bereiken uitslag
van zijn pogingen moet aanvaarden.”
( J.L.J.J. Harms, Toepoel’s Hondenencyclopaedie
tweede bijgewerkte en zeer vermeerderde druk )
Aan het eind van mijn Latijn staat enkel nog de hondenencyclopedie overeind
in de boekenkast. Ik hoef niet langer een bibliotheek
maar een mand
voor mijn honds bestaan.
Van een Dostojevski onthoud ik slechts de donkere dagen:
de schurftmijt plant zich voort onder zijn ongeborstelde haren
hij ligt aan de ketting
ergens
in het diepe ruim
waar ratten hun snippers printen in vergeelde vellen.
Ik zoek een mand voor mijn honds bestaan, ik wil niet
eeuwig blijven zwerven.
Ik moet jouw sappige kluiven niet. Geef me mijn hondenencyclopedie
om er ons in terug te kunnen vinden
ons samen te begraven.
Ok Bob, nogmaals bedankt.
Elize, ook bedankt.
Jacques, wat mij betreft geven het Toepoel citaat en de strofe erna al genoeg richting. Het is al duidelijk dat de zoektocht is opgegeven. In die zin vind ik de ‘afwikkeling’ in de laatste strofe weinig toevoegen.
Mij spreekt dit gedicht bijzonder aan.
Niet alleen vanwege de inhoud dit is meer,” dit is kunst”, “dit is poëzie”.
Het is zoals met de liefde het raakt je en je geniet ervan.
Bob, erg bedankt voor je interessante commentaar.
Toch nog een kleine bedenking bij jouw lezing: je zegt dat de zoeker ondanks zijn inspanningen uiteindelijk niet vindt wat ie zocht. Is het dan niet de laatste strofe, de bevestiging, die dat aangeeft of waaruit jij die conclusie kan trekken? Er had bijvoorbeeld ook licht aan het einde van die tunnel kunnen schijnen of een open einde kunnen hebben gehad maar blijkbaar loopt het hier minder goed af. Of heb ik je ergens verkeerd begrepen?
Jacques, ik lees het als een zoektocht naar kennis en wijsheid die uiteindelijk de zoeker niet thuis brengt. Zelfs de sappige kluiven van Dostojevski zijn ontoereikend, alleen beschrijvingen van het hondse bestaan blijven hangen.
Zoals ik al zei vind ik de herhaling van de behoefte aan een mand minder geslaagd. De laatste strofe lees ik als een bevestiging van het hondse bestaan, die al is beschreven, en vind ik daarom minder sprekend dan het sterke begin.
Dank je Bob, maar kun je ook even uitleggen waarom? Hoe begrijp je dit verhaal? Ik vind commentaar geven leuk zolang het interessant kan zijn of gewoon geestig en grappig is.
Volgens mij wil je hier inhoudelijk interessante kritiek geven.
Origineel verhaal. Ik vind het begin sterker dan de laatste twee alinea’s / strofes. De tweede vermelding van de mand voor een honds bestaan zou wat mij betreft niet hoeven.