vaak gelukkig, zelden gelukt – delphine lecompte

Je moet het geluk afdwingen
Achter je scherm en
Ook in de badkuip
Dat zeggen ze ’s avonds
Nu is het te laat
Maar als ik niet stik in mijn tong vannacht
Dan heb ik morgen om het te doen
Het afdwingen
Ja, ik heb een plan
Het is nogal vaag helaas
Het ontglipt me
Als een baars een beer
Of was het een zalm?
Vergeet niet dat de vis een wezen is
Pas daarna een moot op een piepschuimen bodem
Overdekt met plastiek.

Ik lig in mijn onverlichte bed en
Denk aan mijn nicht die
Vroeger onder mij lag
Ze had dromen
Ze heeft haar dromen waargemaakt
Haar dromen van een villa in de duinen
Een braaf advocaatje en een hond zonder flatulentie
De hond is braaf en het advocaatje is winderig
Ze zijn heter dan de buren die
100 meter verder wonen
In een kleinere villa zonder naam.

Klink ik bitter
Dan heb je mij slecht gelezen
Ik hou van mijn nicht
Ik zou haar hond nooit vermoorden
Nooit in brand steken haar gordijnen
Ze lag altijd onderaan in het stapelbed
Ik lag hoog badend in angstzweet,
Stikkend in zure beertjes, lonkend naar een onbegrijpelijk hemellichaam,
Naar de bleekheid die haar polshorloge had achtergelaten
Vaak schrijvend, schrijvend bizarre verhalen
Ze las mij graag toen we negen waren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Recente bijdragen

Recente reacties

Cookies?
Cookies = OK