toen – b. vogels
vrijheid is blauw en groen
wolken om in te liggen
alleen wij wisten het
toen onze ogen een lied
tot in de hemel volgden
het veld was van goud
de zomer was bloot
en onze voeten uitgestrekt
rijker hoefden wij niet te worden
vrijheid is blauw en groen
wolken om in te liggen
alleen wij wisten het
toen onze ogen een lied
tot in de hemel volgden
het veld was van goud
de zomer was bloot
en onze voeten uitgestrekt
rijker hoefden wij niet te worden
dit is alles mooi!
Een “rijkheid” die overkwam! Herkenning uit vervlogen kinderjaren, soms nog waarneembaar in het nu, zoals in uw gedicht.
Ja, zó was het ongeveer. Samen met mijn broer de polder in. Na lang zeuren brood mee voor de hele dag. Die leeuwerik.
Maar hoe weet jij dat nou?