Resultaten voor het trefwoord zweven

pauze 1965 – jacob van schaijk

bij het havenhoofd dreven woorden
als spiegelbeeld van lome meeuwen
voor mij en de vissen
maar pakken kon ik ze niet

met vier was ik blij geweest
genoeg voor een mooie zomerdag
of een ander leven
ik bleef een vis op het droge

je wees mij een tanker aan en zei
kijk, die komt van waar
albatrossen zweven in de zon
samen gezien in de bioscoop

wat moet ik met albatrossen
en zweven in de zon
als ik met jou zinken wil
naar de diepte van de oceaan

ik knikte en zei: over een kwartier
moeten we binnen zijn
sloeg mijn vleugels uit en zocht
gezelschap bij de meeuwen

oceaanspectrum – iniduo

kon ik mezelf maar bevolken zonder mensen
of adem te verliezen in een tekstloos rondeel
kon ik maar ontwaken zonder grenzen
daarvoor hebben alle dagen woorden teveel

het lijkt dat de overvloed die ik ooit bezat
al lang is vervlogen met alle winden mee
de wind opent deuren naar het zwarte gat
dat verschijnt aan ons geestesoog gedwee

aan de overkant wacht mijn toeverlaat
ik kan nog met brakke vleugels zweven
en ofschoon ademen steeds moeilijker gaat
wil ik me boven eindeloos water begeven

daar, in de verte van onzichtbaar land
blijft het boven onze gehoorgrens stil
ik beschouw het als teken aan de wand
totdat ik ooit nog kom waar ik wezen wil

woorden van een oude liefde – vincent corjanus

Het was moeilijk om de woorden van liefde
over je lippen te tillen.

Woorden die na het afwegen
ligt bleken te zijn.

Woorden die niet uit te drukken
zijn in geld of macht.

Woorden die mij vertelden
dat de striemen op de ziel zouden wegtrekken.

Woorden die over het denken heen galmden
en bleven zweven.

Toch zijn ze nu vastgekleefd
in het verleden.

Zijn ze in een hart of in een zwart boekje gekerfd?

Ze zijn bewaard.
Ze zijn verjaard.

rubens – harry m.p. van de vijfeijke

Ik ontluik bij de zwier en het vlezend plezier,
daar zweven de lijven van Rubens.
Ik, heremiet en verlangend, hang hier.
Kom langzaam los van de grond,
mijn vingers belust op het raken
van mijn lief in haar luik in den hoge
en haar subliem door de meester
geschilderde kont.

In haar drieluik vannacht,
zo had ik extatisch bedacht,
heb ik haar diagonaal
naar haar hemel gebracht.

crisis – p. droogrek

Virtuele brokstukken zweven om. We dwalen rond in de ruïnes
Van onze met rode bliksemschichtpijlen bestookte huizen. Onze
Knappe koppen beweren dat we nog meer spullen zullen kopen.
Virtuele brokstukken zweven om. We dwalen rond in de ruïnes
Van onze met rode bliksemschichtpijlen bestookte huizen. Onze
kinderen krabben op school in paniek hun dikgeslaapte ogen uit.
Virtuele brokstukken zweven om. We dwalen rond in de ruïnes
Van onze met rode bliksemschichtpijlen bestookte huizen. Onze
Huisdieren kijken verschrikt op nu de gang naar het asiel nadert.
Virtuele brokstukken zweven om. We dwalen rond in de ruïnes
Van onze met rode bliksemschichtpijlen bestookte huizen. Onze
Ouders zijn losers die het allemaal maar goed gevonden hebben.
Virtuele brokstukken zweven om. We dwalen rond in de ruïnes
Van onze met rode bliksemschichtpijlen bestookte huizen. Onze
Knorrende magen kunnen het Afroleed nu even niet verdragen.
Virtuele brokstukken zweven om. We dwalen rond in de ruïnes
Van onze met rode bliksemschichtpijlen bestookte huizen. Onze
Gekken beweren dat ze nu echt voor niemand meer onderdoen!
Virtuele brokstukken zweven om. We dwalen rond in de ruïnes
Van onze met rode bliksemschichtpijlen bestookte huizen. Onze
Deskundigen zoeken ijverig naar de knop voor na de resetknop.
Virtuele brokstukken zweven om. We dwalen rond in de ruïnes
Van onze met rode bliksemschichtpijlen bestookte huizen. Onze
Aanbiddingen vliegen eruit en verharden tot een chocoladepuur
Verlangen, een verlangen dat we kortstondig moeten resumeren:
Virtuele brokstukken zweven om. We dwalen rond in de ruïnes
Van onze met rode bliksemschichtpijlen bestookte huizen. Onze
Winkelstraten sluiten en slinken en de rijen van de ontevredenen
Sluiten zich als in een droom aaneen, laven hun dronken blikken
Aan de naaktroze dromerigheid van ochtendlijke etalagepoppen.
Virtuele brokstukken zweven om. We dwalen rond in de ruïnes
Van onze met rode bliksemschichtpijlen bestookte huizen. Onze
Schoorsteen rookt, we glimlachen in het vuur dat ons verteert.

duivelse dreiging – laurens windig

Er sluipen duivels uit de bloemen
dreigend rond het mensdom
zij vangen aan met rekensom
onbevangen in geluidloos zoemen

stil onzichtbaar kruipen zij in huizen
waar gezinnen onbevreesd genieten
zich met volle liefde overgieten
onwetend van vernietigende luizen

lieveheersbeestjes zweven in het zicht
er klinkt muziek van schone klanken
kinderen zingen in een hemels licht

onwetend van het duivels janken
onder het roodzwart schildgezicht
verscholen redding is niet te bedanken

nachtportier – marten visser

Nachthotel vol gevallen engelen,
dwalend met starre gezichten.

Leven verloren, lege woorden
huilen bevroren tranen.

Zweven vormeloos in de ijle lucht,
boodschap zonder ruimte.

Bergen zonder hoogte,
gister is een ander land.

Laten we dansen op de maan,
kussen de vijand in ons zelf.

niets zeggen alles zeggen – rianne oosterom

Soms voel ik me
met woorden zo verbonden
terwijl ik ze met mijn ogen haat
omdat ze simpelweg nooit zeggen
waaruit de werkelijkheid bestaat

Als liefde zweven betekent
en een minnaar klinkt als een melodie
dan is de letter een bedenksel
en taal een parodie

Maar jouw blik
zet de kooi van taal wijd open
want ze zegt zoveel meer
dan zinnen woorden klanken
zodat ik liefde leer