Resultaten voor het trefwoord zweet

groepsfoto – c.p. vincentius

We zopen vooraf de enige kroeg leeg
en liepen in bedauwde uren
onze allereigenste marathon in allengs
soepeler schrede en steeds
toenemende regen, hagel en tegenwind.

Na drie uur draf en vlak voor het hoera
en de hoempa van de finishlijn
waren de schedels vol van helder besef;
het nu kreeg waarde en telde,
zo bleek de volgende morgen ons eerst.

Vervolgens wisten de koppen op de foto
elke twijfel en elke angst weg,
al kwam eenzaamheid amper ten tafel.

Het bestaan bleef immers voortbestaan,
zolang anderen het kiekje zagen
en koppen vol zweet wilden herkennen.

oostduinkerke – b. vogels

Het peloton, in de zon gedoopt met onschuld.
Een god beklimt de zandberg, kinderspel.
Kort door de haarspeldbocht naar de zege.

Het strand van Oostduinkerke,
de jaren zestig liggen er verwaaid.
Het zweet vertrappeld,
het schuim als speelgoed voor de vloed.
Enkel de wind hijgt nog na.

de kyteman-paradox – maaike klaster

In woede uitbarsten mag niet meer.
Daar kunnen de machomannen van Nederland niet tegen,
omdat ze dan ontmaskerd zullen worden als de Wizards of
Oz, als de miezerige schlemielen die zij in werkelijkheid
zijn. Op de radio zijn micropenis-dj’s aan het woord die
tegenwoordig niet veel meer kunnen dan heel hard om hun
eigen scheten lachen. Dat is knap, een scheet laten! Daar
wil het Nederlandse luistervolk meer van weten. Hoe doen
ze dat toch, iedere dag met zoveel plezier steeds meer van
zichzelf laten horen ten koste van al het muzikale talent dat
zich weken, maanden, jaren in het zweet heeft gewerkt voor
hun en ons vertier? Misschien hebben die dj’s zo lang in hun
Hilversumse studio, hun Glazen Huis opgesloten gezeten dat
zij het contact met de rest van de mensheid stukje bij beetje
zijn kwijt geraakt; dat zij in al hun volwassen onschuld zijn
gaan geloven dat muziek componeren, schrijven, opnemen,
spelen – met de wereld delen – vergelijkbaar is met een potje
ruften; dat het dus niet uitmaakt welke artiesten ten gehore
gebracht zullen worden, welke plaat er wordt gedraaid. Als
onze o zo gezellige mannetjes van de radio maar in koor
kunnen la ha ha achen – en wee je gebeente als je niet mee
lacht! Daar denken deze windenlaters mee weg te komen,
want wie achter de schermen de knoppen bedient, is aan de
macht. Toch, jongens?

Waar jullie blijkbaar niet aan hebben gedacht, is dat die
artiesten zonder jullie nog steeds hun brood verdienen,
maar dat zonder hen en zonder hun muziek jullie vak ook
niet zou bestaan. Een bedankje, iets meer nederigheid, een
beetje meer R-E-S-P-E-C-T zou op zijn plaats zijn.
Doe Maar, ja. Zo hoorde ik er twee nog niet zo lang
geleden, na het spelen van The Mushroom Cloud – die van
The Kyteman Orchestra dus; niet die van hen – zeggen dat
dit wat betreft 3FM zo ongeveer het enige draaibare
nummer van het album was. Hoe noem je zoiets? Muzikale
verkrachting? Eerst zeggen: Kom eens hier, schatje, wat
ben je mooi – en dan die ander met een mes penetreren, het
hoofd afhakken. Heel slim gespeeld, want je kunt achteraf
altijd zeggen dat je je best hebt gedaan; dat je, in dit geval,
Kyteman en de zijnen toch echt een kans hebt gegeven.
Alleen een beetje doorzichtig, deze retorische verdwijntruc
uit de oude goocheldoos. Wat jullie, lieve kijkbuiskinderen?
Waren deze twee diskjockeys niet gewoon een beetje gemeen?
Misschien waren zij een beetje bang geworden toen zij bij het
beluisteren van dit kleine meesterwerk ontdekten dat er
iemand in Nederland rondloopt die grotere ballen heeft dan
zij – om over de rest van het het zaakje maar te zwijgen; dat
diegene boos kan worden en niet zo’n beetje ook. Zoveel
woede, dat kenden deze ginnegappers niet; zoveel rauwe,
kwetsbare mannelijkheid hadden zij nog nooit vernomen.
Daarvan krompen zij en hun klokkenspel zover ineen dat er
niets meer overbleef om mee te spelen; daar begonnen zij
van te bibberen en te zweten, gingen zij nog luider van
ouwehoeren, nog harder van zitten scheten. Totdat
uiteindelijk alle melodie werd overstemd. Dat stel noemt zich
dan Mannen Met Een Hart Voor De Muzikale Zak. Heel
overtuigend vakbekwaam en met zoveel charme gebracht!

Wat natuurlijk ook nog zou kunnen, is dat onze dappere
audiovrienden bang waren dat die geile, Franse hijgrapper
betere seks heeft dan zij. Maar goed, zo kan ik nog een
duizendtal plausibele redenen voor hun wangedrag
aanvoeren. Wat blijft, is dit: Waarom luisteren wij muziek?
En als wij die klanken, liederen, albums, ritmes, beats en
melodieën zo belangrijk vinden, waarom eren wij
degenen die ons die rijkdom geven niet? Zijn mensen echt zo
bang voor een beetje woede, voor een beetje verdriet?
Als antennes konden huilen, dan schreeuwden zij het uit.

Luister.

Colin & co kunnen boos worden, maar ik in mijn eentje
word bozer. Dat is nu eenmaal zo. Geen paniek, ik ben heel
lief, maar als die hondsberoerde, hoerenlopende 3FM-bende
nu niet als de wiedeweerga The Kyteman Orchestra uit de
prullenmand vist, krijgen ze met mij en mijn Army Of Lovers
te maken. Maak dan je borst maar nat.

guur – enrico lommerte

zon
warm
lui
zweet

gin wir veur n’en blanke
zweten als een otter

zo laat zich
vroege zomer
voor mij
determineren

u begrijpt het

als frigide misantropisch ijskonijn
hunker ik
naar kilte
ijsbloemen op een raam
drie meter sneeuw

u begrijpt het

met ons de zondvloed – jelou

We hebben brood gedeeld
in kilometerstanden

Ik hapte jou , jij mij
en boter smeerde vegen
langs de ruitenwissers

We zwaaiden naar twee
dooien, de lach verstopt
in onze handen

Sporen zweet ontnamen
ons het zicht, maar jij
was wijs en likte alle ramen

Je kuste mij komijnekaas
al had ik geen verstand
van mode

Ik had mijn eigen tanden nog
en jij je acculader.

verguisd – b. vogels

uit het stenen gruis
zucht nog het vage opschrift
dat hij zonen had

hun naam is met de kalk vervlogen
als het vege roet uit zwarte ogen

de kolen zwijgen in het leeg depot
de regen is het zweet
waarin de stad hun naam vergeet

subtropische zwemhel – piet van der laan

de huismoeder was me wederom voor
de trol met kipfilet benen
plastic margrietjes tussen harige tenen
haar badjas verwassen en goor

stucwerk uit de schoonheidssalon
verhult een kop als een droge augurk
haar doos met krullen versiert als ze hurkt
het touwtje duidt op een tampon

huidplooien herbergen opgewarmd zweet
dat haar pleisters niet goed meer doen plakken
tevens heel matig geveegd na het kakken
want ze graaft wederom in haar reet

vast recht onder haar dekbed vandaan
door de dorpsstraat, met haar badmuts al op
langs de badjuf met haar lederen kop
klaar om te water te gaan

over het poortje om de douche te ontlopen
en het voetbad, want het voetbad is vies
een soep van kluwen schaamhaar en pies
te vies om haar teen in te dopen

als een tweedehands theezak traag van de treden
melangeert ze het nat om haar heen
een pleister weekt langzaam lost van haar been
wat koekte wordt week van beneden

haar lobbige lijf breekt het wateroppervlak
in haar liezen een gitzwarte krul die
losliet in de lauwe emulsie
en nu op haar voortanden plakt

en zie haar grijnzend haar baantjes trekken
nog een welgemeende wind
even accelereren, voordat het schoolzwemmen begint
want haar tampon begint al te lekken

en in de hoop haar op te jutten
maakt de macho van de school
zijn bommetje in dit open riool
hij mag zijn vaccinaties gaan benutten

los geflodder – monique methorst

Je leeft je leven uit als eenzame held en je vraagt met alle geweld om een shot in het duister. Mag ik dan nu de blues voor je zingen… en luister hoe rauw dromen er niet
om liegen.

Zwart-witte opflikkeringen in het holster van een afgevuurde nacht, ademt de sfeer geladen achter het rookgordijn van tot de tanden toe gewapende woorden, er wordt te hard over nagedacht…

Koeltjes kill ik het aan… lieve help, zo drama.

Als alles tragisch wordt voor God’s eerste niet zo beste wereldwonder, heb ik geen antwoord op onbelangrijke vragen, geboren uit bloed, zweet en tranen… kus mijn onbeschrijfelijke kont, we klinken al bijna naar ouden van dagen.

Let’s rock…en ik roll een begin aan het einde om in het midden de nostalgie uit je dromen te knallen. Breng ik je nu in shock? Of laten we ons in één teug
achterover vallen?

met of zonder baard – mark opfer

Mijn sleutels thuis laten
omdat ik weet dat ik later terugkom
en dat mensen dat dan zien en denken kanker
en dat is goed

dan je onderdompelen
in de vertrouwdheid van het onvertrouwde
het rondzeilen in de totale appreciatie
de acceptatie
de warmte van een vreemde stad en dat bekend vinden
een gebouw van vijf verdiepingen hoog
en daar in afdalen
de trap af gaan
dan de kelder in gaan
dan een ruimte vinden gevuld met bas
en dans
en zweet
en born slippy
en een dikke man die schreeuwt
en eist en klapt
en dan tequila
en dan dronken
en dan draaien en in je tegengestelde lichaam vallen
de vloer om-
armen grijpen je
en dan omhoog gooien
en dat dan dagen
en dat mensen dat dan zien en denken kanker
en dat is goed
dat is reizen
dat is leven

jongen op fiets – martin m aart de jong

ach mijn kind je wordt gewekt door
slaap je astma pompt je banden op
en je fietst ver van hier beneden
langs in krantenkoppen naar de winst.

het is zo warm in jou. je leegt
je longen en je zweet. bekent
dat je met name na de laatste

bocht geen hand kon zien
dat je je laatste adem.