zeezand golft op, duwt de dodenboot voort
gezeten op een wal, rotsen scherp als obsidiaan
kijk ik toe hoe haar zeil bolt
onder zonnewind
het roer laat diepe voren achter
in de zee van zand, als een vlag
tegen de stalen hemel
mijn stap volgt haar een achtste licht, naar boven gericht
waar ons azuren thuis aan de horizon hangt
(planeet met graven van doden in kisten van lood)
mijn volgende stap brengt elf meter verder
zo spring ik zonder kracht, vlieg zonder vlucht en zie
vanaf dat standpunt verheven boven de maanzee
het reptiel groen als smaragd en gif zwemmend
glinsterend in rul stof zwiept het de kartelstaart
achtervolgt het mijn geliefde, de kaken gespannen
klaar voor het laatste maal
ademt de chaos uit
Recente reacties