Resultaten voor het trefwoord zon

onontgonnen wolken – pastuiven verkwil

vermist weer
droppels baden blaren
een gedachte
(angstzweet voor wat komt?)
in mijn hof
is het nochtans helder

soms
mis ik dat missen in mist

hoewel aan onklaarheid het land
lief ik de Grijze
Seid umschlungen, Millionen im Nebel
compagnon
hand in hand

stap vooruitverdrijf
en zie dan de zon
achter je een regenboog

wees niet bang

dwaalsonnet – iniduo

Aan de horizon smelten zee en wolken samen,
langs grenzen van het oog, aan het zicht onttrokken.
Omdat zij daar een naderend stiltefront beramen
zullen spoedig tranen dwarrelen als vloeibare vlokken.

Als ik mijn oor te luisteren leg, voelen druppels zacht.
Verre regen klinkt als een knapperend haardvuur.
Vrijheid lonkt, die niet binnen maar buiten wacht.
Misschien is daarom vreugde maar van korte duur,

want wat innerlijk rusteloos vuur zoekt is nooit daar
waar glinsterende bomen schuilen voor de milde zon.
Hun bladeren werpen een schaduw op het heden,

als tonen zij dat gisteren naar herinnering is vergleden.
Is daar de plek waar deze reis ooit begon?
Zelfs dat weet ik niet, daarom vraag ik het maar.

die eindeloze jaren ’80 – berry tunderman

Vrouwen stapten in van die witte laarzen.
Dan ook nog met van die franjes.
En mannen met zo’n polstas!
Alles boette in aan glans

Punkrock blies zijn laatste adem.
Terwijl de crisis alleen maar toenam.
Veel sleazy mainstream cinema.
De kou van de dans op de vulkaan.

Kwamen we ze wel echt te boven.
Nu weer een crisis, greed weer good.
Sociale media- onnozel geneuzel.
Vooruitgang voor een gek te geloven.

IJdelheid tot aan de horizon en
Nummer 1 van de zeven zonden.
Zie een christen als Andries Knevel
Belichaamt zijn god’s grootste gruwel.

Heb nog boeken liggen uit beschaafde tijden.
Nog wat heidense karweien om het huis.
Leef weer tijden om te mijden.

* – nicole de korte

Het water schittert
Op jouw schitterende gezicht
Wij alleen met de zon en de maan
Jouw lichaam is zacht en zoet
Ik wil maximaal komen, en nooit weg gaan
Het water klimt tot aan mijn dijen
Nu koud, zo direct warm
De intensiteit van ons vrijen
Waar ik zo lang op heb wacht
Twee zielen exploderen tot majestueuze kracht
Geen wereld, geen kut maatschappij
Alleen jij en ik in het hier en nu
Maakt dat alles perfect is
En wij zijn voor altijd vrij…

naakte schets – berry tunderman

Je kunt behoorlijk lyrisch worden
Langs het Winschoter Diep.
De zon hoeft niet eens te schijnen.
Het hoeft niet eens droog te zijn.

Met haar Laksmi kronkelarmpjes,
Plukjes schaamhaar midden strooms
Draagt ze altijd een mysterie
Onder een hardstalen kroon.

Geen loos vissertje te vinden.
Tussen haar trotse kragen.
Hoor de polder zachtjes klagen.
Het reilt zoals Het Diep het zint.

Zelfs tijdens de zwaarste stormen
Kabbelt ze boeddhistisch door.
Geen schuimbekkende golven.
Heeft daar het gezicht niet voor.

Het zou je niet verbazen
Als Mozes aan kwam drijven.
In een veel te lek mandje.
Met drie wilde wijven.

De zomer doet alles sidderen.
Het Diep hangt uit de zon.
Waar een hoentje driftig kwekt
Met een veel te oranje bek.

Natuurlijk kampt Het Diep
Met een beperking of twee.
In Sodom loopt ze namelijk dood.
Alles verstomt, geen die dat hoort.

aura borealis – iniduo

zwaartekracht valt als appels van de boom
ongeremd door ongerijmdheid
in vrijheid, zoals alleen het luchtledig die kent
zonder weet van afstand, bij wijze van spreken

ik schijn de middernachtzon te kunnen zien
om de hoek
in de schaduw van donkere bossen
in nieuw licht van oude kennis

er gaan dagen voorbij zonder zon, zo op ‘t oog
dan vreet de letterzetter zijn weg door instinct
en oude tafels en stoelen moeten plaatsmaken
voor de lege ruimte

avier – bennie spekken

Avier is een jonge bloem

Avier kom je
overal tegen

in vensterbanken
van bruine kroegen

treinen
        verlaten
                stations

Avier op de rails
in de brandende zon

verstekelingen in een fles – sanja simunic

zo, zei vader opgeruimd
nu gedragen wij ons als kaaskoppen
en gaan naar zeeland met vakantie

we zongen van dansen aan zee
we groeven een kuil voor een duitser
we aten boterhammen met zand

we ploegden door het rulle duin
zagen de zon achter dishoek ondergaan
stonden oog in oog met michiel de ruyter

we kenden alleen het land achter de horizon
onze pier was met schapebloed bestreken
snel gevuld onze kinderhand

alleen onze huid wilde maar niet verbleken
al smeerden we nog zo veel zonnebrand
of aten muisjes van de gruyter

’s avonds borgen we schep en vormpjes weer op
moeder sloot de luiken
we konden geen mosselen meer zien

ongeschreven regels – pallas van huizen

Je staat in de kleine verte, bijna niets dat is, dat werkelijk blijft,
de zon ontvreemd, gezichten zijn anders, bekend is onbekend,
je knikt nog maar een keer, mijn ziel vertroebelt met het weer,
ogen in een eenzaam hart, de verbogen lucht en armoede.
Veel, veel armoede.

Je mist me, ik jou ook.

Tot snel, tot de volgende keer.

tevreden zijn met wat je hebt – b. vogels

Tevreden zijn met wat je hebt
is niet poëtisch
als je alles hebt.

Dus vertrek je voor een droomreis
over oude mijnenvelden
naar het land van koning eenoog.

Een jongen met een beenprothese
gidst je naar het strand.
Je zont in de geur van bermbommen,
je valt op je rug van de schone hemel.
Na het ongeremde naaktzwemmen
schud je melk en honing af.

Thuis, met vrienden die het wat minder hebben,
blader je in het album.
De gids staat niet op de foto.