zo, zei vader opgeruimd
nu gedragen wij ons als kaaskoppen
en gaan naar zeeland met vakantie
we zongen van dansen aan zee
we groeven een kuil voor een duitser
we aten boterhammen met zand
we ploegden door het rulle duin
zagen de zon achter dishoek ondergaan
stonden oog in oog met michiel de ruyter
we kenden alleen het land achter de horizon
onze pier was met schapebloed bestreken
snel gevuld onze kinderhand
alleen onze huid wilde maar niet verbleken
al smeerden we nog zo veel zonnebrand
of aten muisjes van de gruyter
’s avonds borgen we schep en vormpjes weer op
moeder sloot de luiken
we konden geen mosselen meer zien
Recente reacties