als hij wegloopt
maakt zijn adem
in de vrieslucht
witte wolken
die verdwijnen
in het wijde
onbewolkte
winterlandschap
onder ’t lopen
zwikt zijn enkel
op een hardbevroren kluit
er rinkelt een bel
de school gaat uit
in de vrieskou
klinkt het helder
hard geluid
van kinderstemmen
’t achtervolgt hem
‘hinkepoot!
hinkepoot!’
hij komt anders
aardig snel vooruit
een klein meisje
roept meewarig
‘kijk die arme man
hij hinkt!’
had hij heimwee
naar dit dorp?
Recente reacties