Ik ging naar Bergen om de zee te zien.
Ik zag de oude zee. Haar overgangen
die elkaar telkens speenden in verlangen
deden mij turen. Een minuut of tien
dat ik haar zag, in ’t glas, mijn droom gedronken,
mijn hoofd vol van het water, wijd en zijd
laat mij daar tussen haar onstuimigheid
een beeld vernemen en mijn ogen blonken.
Het was geen schim. De golf die zij bevoer
kwam traagzaam rechtdoor naar de kust gevaren.
Zij was alleen en klein, zij stond aan ’t roer
en wat zij zong hoorde ik dat hymnen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn kindje voer.
Bij God, zong zij, mijn lied zal u bedaren.
Herschrijving De moeder de vrouw – Martinus Nijhoff
Recente reacties