de kou verdreven, woest
hakkend op diepe roerselen
en oude spinselen, tot
spaanders wat vergeten
moet, het haardvuur in,
maar al te snel als Feniks
weer herrezen
Resultaten voor het trefwoord weer
‘Weerhaken in worsten’ is de kop, de regionale krantenkop
We zitten in de lege lobby van een hotel in Gieten
Ik sta op en zeg tegen de oude kruisboogschutter:
‘In een wereld vol hondenhaters wil ik niet zwanger zijn…’
Maar ik wil het wel, rond zijn, zelfs in deze wereld.
Ik ken deze wereld nog niet lang genoeg
Ik heb nog maar 32 schele beiaardiers, 59 necrofiele tegelzetters
86 pseudo-boeddhistische lamaverzorgers
En 101 anesthesiologen met hoogtevrees ontmoet
Nee, ik wil ze niet opnieuw tegenkomen.
Ze zouden me opnieuw sarren met hun onbesneden fallussen,
Ze zouden me opnieuw onderwerpen aan hun knullige origamicollecties,
Ze zouden vooral hun geld en hun porseleinen reigers terugeisen
Maar het geld is op en de porseleinen reigers staan nu op de schouwen
Van vurige Bulgaarse mijnwerkersvrouwen, ze staan daar goed, ze worden afgestoft.
Ik verlaat de lobby en keer terug naar onze hotelkamer
De oude kruisboogschutter blijft zitten, hij wil begrijpen hoe het komt
Dat chantage, vadermoord en hondenhaat hier zo origineel uit de hoek komen
In de hotelkamer raadpleeg ik Marcus
Hij komt niet origineel uit de hoek, toch herlees ik zijn evangelie volledig.
‘Waar was je al die tijd?’ vraagt de oude kruisboogschutter
Wanneer ik eindelijk opnieuw verschijn
‘Zat je weer in de douchecel? Jezelf vol te proppen
Met gestolen pindakaaskuipjes en geschooide stroopwafels??’
‘Ik was het evangelie volgens de guitige Marcus aan het herlezen!’
De oude kruisboogschutter gelooft mij
Hij haat het wanneer ik de waarheid spreek
Hij verafschuwt het wanneer mijn waarheid met Marcus te maken heeft
We verlaten het hotel om chantage of vadermoord in het echt te zien
We verlaten het hotel om ongekunstelde honden te belonen met vegetarische satés.
het wachtwoord is wederkeer
en mijn navel de poort
door maar lang genoeg te staren
herschikt zich het werkelijke
langs de zomen van het harde meer
in mijn waarneming
ben ik omringd door keelzeer
bevind ik me in de armen van kaalslag
fratsen kortom,
die met de zon ondergaan
telkens weer
In een appelgaard kan onrust bezinken,
kan een vermoeide aarde even stilstaan,
kan dorst in overvloed verdrinken
en kunnen dagen zomaar voorbijgaan.
In de tuin weerklinkt schraal verlangen.
In een gewaagde poging wellicht
om schaduwen van het verleden te vangen.
Dat is toch waarvoor muren zijn opgericht.
Het wachten is op de ontknoping
van de wurgende wrong in tijdelijke tijd.
Zo klinisch als het paradijs, ik noem maar een ding,
hoeft het nu ook weer niet te worden. Met respijt.
vermist weer
droppels baden blaren
een gedachte
(angstzweet voor wat komt?)
in mijn hof
is het nochtans helder
soms
mis ik dat missen in mist
hoewel aan onklaarheid het land
lief ik de Grijze
Seid umschlungen, Millionen im Nebel
compagnon
hand in hand
stap vooruitverdrijf
en zie dan de zon
achter je een regenboog
wees niet bang
Je schrikt als je het antwoord niet weet
dat er gaten zijn, hiaten in het systeem
je schrikt, weet niet wat je moet doen
raakt verstrikt in het zwijgen
dan zie je dat het vrienden zijn
leerzame vrienden, niet bang voor de regen,
zij kunnen praten, ik zit gevangen in mijn eigen woorden
ze doen me geen pijn, ik ben niet bang meer,
toch zou ik zo graag eens een normale vraag willen stellen
zonder scheef aangekeken te worden
met de twijfel meent hij het nou of niet?
Ja, natuurlijk meen ik het, ik zit je niet in de maling te nemen,
: | Wat zijn de andere dingen dan? Tja…
Gewoon tijd voor jezelf, rust, ontspanning alleen,
stilte kan soms heel helend en genezend werken,
er is drukte genoeg in de wereld,
opladen en weer doorgaan
Een dag lang uitgewrongen.
Stof gewogen. Vet gemest.
Een zin gelogen. Wilde best.
Jouw lippen kloven.
Met een bijl. Boven
je pet. Jou liggen
laten. Onder steen.
Pas eeuwen later.
Een gedicht wordt
opgegraven. Precies
op een verjaardagsfeest.
als ik nou snel ben
dan ben ik eerder bij je
dan mezelf
als ik nou opschiet
dan kan ik ook nog bij jou zijn
voordat ik bij mezelf ben geweest
misschien als ik dan mazzel heb
kan ik jullie ook nog even zien
als ik mezelf op de terugweg naar huis
weer opgepikt heb
ik weet zeker
dat ik mezelf hier ergens nog kan vinden
als ik tijd heb.
Je staat in de kleine verte, bijna niets dat is, dat werkelijk blijft,
de zon ontvreemd, gezichten zijn anders, bekend is onbekend,
je knikt nog maar een keer, mijn ziel vertroebelt met het weer,
ogen in een eenzaam hart, de verbogen lucht en armoede.
Veel, veel armoede.
Je mist me, ik jou ook.
Tot snel, tot de volgende keer.
zit ik weer
met mijn dikke
ze zeggen die
zijn het effectiefst
ze kunnen me wat
ik zit hier maar
op de bank
met overal vlekken
Recente reacties