Resultaten voor het trefwoord warme

de honingboom – iniduo

het was begoocheling
toen ik een foto van gewortelde schaduw trok
ik weet nog hoe het rook
de savanne van het warme hart
de kou van de eenzame toendra
ik ben vergeten hoe het voelde
de gouden mist, de ochtend van de nachtbraker
het laaghangend fruit

in je kop draag je nog vrucht
je bast is gegroefd, je dagvlieg gevangen in amberstroop
onvermijdelijk en gedurig
om alleenstaand mensenlevens te volharden
doe het niet, heb geduld
zet de aarde naar jouw hand

ware liefde – martin m aart de jong

Hier in Droompaleis “Gesprongen Veren” ontmoette ik haar voor het eerst. Het kan verkeren heren in de liefde. Ik wist van haar het meest te houden van wie er op de aarde leeft. Haar lippen bedruppeld met fonkelende paarlen wanneer ze haar lippen als een warme perzik open sneed om mij toe te lachen, in te happen, kortom weet dat zij de mijne is zoals een ander bezeten is van mystiek, hobbies, woestijnratten, half-verroeste auto’s, op schaal nagebouwde treinen met hun loop over de zolders van buren, weet. Hoe zij liep als een opgewonden speelgoedeend, waggelend met haar billen als niet te versmaden hammen aan de zoldering boven de toog waaraan wij proosten op het leven en de liefde. Weet. Eens zal mijn naam zijn uitgedampt, eens zal de klok geen tijd meer slaan maar mijn liefde voor haar zal voelbaar blijven trillen vrienden, aan deze bar in dit heelal.

can’t fake love – pallas van huizen

Dat je zoveel voor iemand kan betekenen.

Je koude lichaam onder de te warme deken.
In het donker kijk je door het raam,
door de nacht heen.

Je bent zo moe, zo moe, zo moe.

Ik zou me zo graag herkennen, meedoen.
Echte dingen, daar moet je doorheen.

Kattenverdriet, de dood klaagt nooit.

Dat je behang bent, traangas voor de blinden,
psychiatrisch patiënt, uiteen gereten, teruggetrokken
in een dimensie van rottend tandvlees en verloren respect.

Rijstwafelsporen, klontjes suiker, instant coffee
en als je ligt: De beleefdheid van een barmhartige definitie.

Als je eigen rouwadvertentie.

In de lach gestorven sta ik mijn plek af.

gedicht dat ik schreef op 16/01/92 – maaike klaster

Toen ik nog net 15 was
 
 
Verlangens
naar zijn warme mond
naar zijn koude hand(en)

Opgelaten
als ik te veel dingen zeg
als ik niet weet wat te zeggen

Kwaad
omdat hij niets van zich laat horen
omdat hij niets van zich laat zien

Spijt
dat het zover is gekomen
dat het niet verder gaat

Bang
dat ik hem ooit weer zal zien
dat ik hem nooit meer zal zien

voor de liefste mens die er is – maaike klaster

Hij is zo mooi!
Ik zeg lekker niet over wie ik het heb, maar als hij en ik samenkomen,
mochten wij samenkomen, dan zullen wij overal waar wij lopen grote
schoonheid verspreiden, dan gaat overal op aarde het zonnetje schijnen.
Horen jullie hoe hij huilt, om mij? Het wordt tijd dat hij mij schrijft.
Vandaag is de dag dat wij begonnen met lachen; werden onze nachten
– in mijn leven althans – één vreugdevolle nacht. Hij zingt als ik dans.
Toen ik gisteren (wat een koude dag was dat!) in zijn stad een warme
stroopwafel at, terwijl hij met anderen aan tafel zat, zwaaide hij/ik naar
mijn/zijn hart. Dag lieverd!!!

XII – jan holtman

nu ik hier zit, mijn hand tegen het glas
jouw hand, je nagels gelakt, je kus

je haren geurend naar buiten
de warme thee

winter – maaike klaster

Ik zou een deur in de zon willen zijn
met sneeuw op de stoep, aan het eind van een wintermiddag.

Daar zou ik het voorbijgaan zien van wandelaars, fietsers, licht, de tijd,
terwijl ik blijf staan met schemer binnen raakbereik,

het kraken horen van bevroren water, van mijn eigen hout in de kou
en het niet erg vinden dat ik krimp en het niet erg vinden dat ik kraak.

In de verte zou ik de voeten zien die thuiskomen bij mij,
traag van vertrouwen in mijn richting lopend.

Hen zou ik verwelkomen met mijn knop in hun hand.
Zij zouden mij openen en naar binnen stappen,
over de drempel naar mijn warme hart.

kleine mis in mineur – maaike klaster

Hier zit ik
middenin de kamer
te wachten op sneeuw

Door licht omringd,
omringd door licht,
maar alles wat ik zie is nacht

Ze zegt: een warme reet voor de winter
Nee, zeg ik, sneeuw. Je weet wel, een deken

Vijfendertig en alleen
Pel van top tot teen mijn
huid eraf en je zult het
vlees meteen zien wenen

Wat is je favoriete woord voor sneeuw?

Dons
Een deken
Een vacht voor de anders kale stad

huid – stijntje van der wal

ze wist niet hoe
huiden en mensen
bijeen kwamen, hoe
men zich verwarmde
wist ze alleen in de zon
achter vellen
vachten en veren
wist ze de scheiding
ontwaarde daar
behoedzaam tastend
een wonderlijke warme stroom
verontrust zag ze, hoe
hoofden en handen
vlees en vleugel scheurden
en voelde hoe ze stolde
onder het stugge vel.

gesamtkunstwerk! – hans van willigenburg

Kijk nou!
De weerman.

Zijn hand die met een half knikkende half wiebelende beweging
een laag drukgebied aanduidt dat buiten de overzichtskaart valt.

Je kunt wel zien dat hij niet met die wat vage verwijzing
in zijn maag zit.

O nee.

Daarvoor is de relatie met het stijlvolle colbert dat hij draagt
te zeer onderweg naar een nieuw hoogtepunt.

Te zeggen dat het stuk textiel hem als gegoten zit
en met zachte hand zijn zelfvertrouwen verder opkrikt
is te laag inzetten op het imagotechnische bestanddeel
van zijn strikt genomen wetenschappelijke werk.

Het gaat verder.

Wat hij vanavond door de perfecte snit van het jasje
voor de vertrouwde wolkenpartijen boven Nederland
aan blije energie en choreografische souplesse op het scherm brengt
grenst aan de totale harmonie

aan de elegantie van een modekoning
die aan zijn allerlaatste jurk frunnikt.

Met name het vrouwelijke gedeelte van het kijkerspubliek
houdt de adem in als hij zich halverwege zijn praatje
negentig graden omdraait en de andere kant van de weerkaart
met zijn semikunstzinnige pianogebaren gaat bespelen.

In die halve seconde van zijn pirouette
wordt er in de doelgroep HBO+ dames
volop over de mogelijkheid gefantaseerd
de weerman te kunnen bestellen
via een bureau waarvan de telefoniste
een warme stem en een dubbele achternaam heeft
vooraf gegaan door iets als ‘Lideweij’ of ‘Dieudonnee’.

De weerman rijdt ’s avonds fluitend naar huis.
Smartphone uit.
Handen kalm op het stuur.

Op het moment dat zijn manager de volgende ochtend
zijn mailbox opent
en ziet hoe honderden verzoeken zijn binnen gestroomd
waarvan gezicht-zijn voor een touroperator
met exclusieve zonvakanties vanaf tweeduizend euro
de meest aantrekkelijke en lucratieve is
voelt de weerman hoe zijn ochtendstijve zich opricht
tegen de appelkleurige en perzikvormige billen
van zijn ogenschijnlijk uit een grappige toetjesreclame weggelopen
echtgenote

hetgeen zijn ademhaling een fractie intensiveert
evenals zijn honger naar nieuwe donders en bliksems.