Vandaag lacht de jongen een mond vol lucht
veel minder benauwd dan de dauw
die van ‘t gras een parellaken maakt
waardoor de mier, alle druppels water
van spriet tot spriet, verblind raakt
als door zorgen over over- en over- en over-
morgen is de lucht rond de jongen
opnieuw een beetje bewolkt en verliest hij
zijn richting tussen sprieten als bomen
die de blik op het parellaken dwars-, het gras
lijkt morgen groter, groeien moet hij,
de jongen, over het over.
Recente reacties