dik waas van nevel omringt
het stoffelijke
het licht mag wachten
tot de tijd daar is
voor nu
is het schemer en
het mag bewaard
nog even plaats nemen
met zijn grijze baard
zijn omhulling als deken
van suikerspinnen
die mij omarmd.
Resultaten voor het trefwoord waas
Ik omarm je. Ik zeg de dingen.
Ik vraag je naar je lievelingskleur,
ik doe nog de minste moeite.
Ik hou niet van jou, jij hoeft dat
niet te weten.
We prenten ons in,
dat het zo behoort te zijn,
houden vol dat we namen delen
namen en lichaam
We wijden elkaar in,
ruimen op
wat er nog over is
van ons. We drinken
de nacht
uit, we stellen hem uit.
En achter de waas,
Kennen we het allemaal al,
zijn we
ook niet achterlijk:
We weten, dit is,
geen liefhebben, dit is
stilstaan en gapen.
Langs bakken vol
kadavers
trok ik je op
dikke vette blaren
onder hete zomerlucht
en tuchtig rook ik bloed,
briesend als een paard
als ik op klompen binnenklapte:
amper uit de kluiten,
mouwen tot de nek toe opgestroopt,
razend rood van woede…
dampend lag je telkens
in mijn klauwen –
nee, vluchten kon je niet,
distels vretend van mijn razernij
deed ik me te goed aan jou
en in een waas van weerloosheid
gaf jij je
aan mij
Recente reacties