Vroeger, heel vroeger, wilde ik vuilnisman worden. Of eigenlijk vuilniswagen, met een grote malende mond die alles wat de mensen er maar ingooiden – vuilnis, teevees, schijnbewegingen, kleine huisdieren – in enkele bewegingen verslond. Dat was vroeger. Vuilnis is er sindsdien altijd geweest. Maar het verlangen een vuilniswagen te zijn verdween al snel. Ik werd liever dierenarts, of voetballer; rotzooi en blessures zo veel mogelijk vermijdend. Ook voor deze beroepen bleek ik, om onjuiste redenen, ongeschikt.
Resultaten voor het trefwoord vuilniswagen
Ken je dat fenomeen
van die rechtstreeks
containerteksten
geschreven voor mensen
die wel
een enkeltje container
kunnen gebruiken
van de papieren teksten
die ik zorgvuldig
tot een prop vouw
bouwen ze meubels,
een sofa en
een tafel misschien
als dat al in een rechthoek
op rolletjes past
van mijn gedachten breien ze
een deken
blijven ze warm
totdat de vuilniswagen
zich meldt
al kerfde ik steeds dezelfde regels
vergeten woorden in het kermend hout
zij bleven onzichtbaar voor hen die zien
-zoekt, gij zult zoeken- schreeuwden zij
en ik zocht en zocht maar vond het niet
geen woorden van betekenis vond ik
niets van waarde, weerloos of verlaten
niet op muren, vuilniswagens of beton
al wat restte was verstorven as op hopen
rottende bergen beenderen en wat hout
en nu, terwijl de mannen hun shovels rijden
-het nette pak tijdelijk verruild voor overall-
zoek ik vergeefs mijn ingekerfde woorden
Recente reacties