Resultaten voor het trefwoord vruchten

de etude der bemiste ramen – pastuiven verkwil

D 999

loop mij mee
over een strand
hand in hand

voel mij mee
koude gletsjerwind
kind en kind

zie mij mee
achter vele bomen
dromen met dromen

proef mij mee
vruchten van leven
geven ja geven

al kan
alleen voorbij
zie dan
de lange rij

toch seclude
samen
de etude
der bemiste ramen

de val van prometheus – joost van gijzen

het beeld zit in de steen
en de beeldhouwer houwt het
eenvoudigweg uit
maar hoe moet hij, de dichter,
in dit wit iets vinden over
dat eerste gezicht, die zwarte ogen?

hij kan het sonnet met
elke vergelijking beginnen:
een gezicht waarvoor een man
bereid is steden op te offeren;
ogen van een
binnenlokkend donker –
aan het eind van het octet
worden Helena en gevaar
vergeleken met háár

de poëet wil een Prometheus zijn,
die vruchten uit het vuur van
inspiratie naar de mensen brengt
en in frustratie
met een aangevreten lever
de cafés afgaat

muze – jelou

Ik heb het wit gekierd

voorbij het dralend peinzen
een zinsnede gegrift

behoedzaam kartelranden
geraffineerd ontplooid,
opdat jij geen kwetsuren

Ontwaak en daag mij licht

verwek verscholen woorden
tot een herboren beeld

mijn handen vruchten dragend
langs lijnen ongevuld,
het wit opnieuw bezieling.

tante eliane – b. vogels

elke ochtend
haal ik je uit

ik val voor rood
en voor vier vruchten

maar vandaag
blijf je onwrikbaar
de lippen stijf op elkaar

balen
nu ik het zoet met een lepel
uit de bodem wou halen

toekomst – elize augustinus

En de duisternis trok door het land
terwijl grote macabere ogen de

boomtakken – nog vol als de zomerzon –
langs de kant van de weg verlichten.

Ik zag hoe de bladeren regengepoetst
treurig naar de aarde keken en weenden om
hun naderende en te vroege dood.

O treurige dood van midden in ’t leven nu
alle bloesem weggewaaid ’t lange wachtten
op nieuw leven.

Verdriet rijpt als het koren.
En naar de lente.
Als al het nieuwe leven
weer vruchten zullen geven.

uitzicht I – frido welker

wat de wind doet met de boom die nog vruchten draagt,
terwijl de lucht over een dode rivier de straat inwaait,
moet ze zelf weten, Internationale Vrouwendag is geweest
dus ik neem aan dat ze gekozen hebben

het is een half uitzicht, de molen mag niet draaien;
dat is voor dagen dat er in zijn ruim wordt gegeten
van dure borden en de gasten het ervaren alsof er zeesop
kolkt over het water waar meer roeiboten varen dan
zalmen nog tegen de stroom op durven zwemmen,
maar wel stil op bord liggen, het oog netjes weggesneden
de prullenbak in want dat converseert niet fijn,

het is een half uitzicht, achter de molen het ziekenhuis
waar niets over te zeggen valt want veel stiller
kan een plek niet zijn

uit de tunnel dichterbij dan de molen komen fietsers
die veelal sneller willen fietsen maar niet kunnen
racen als een wielrenner, hoe graag ze ook de wind zijn;
ze vat ze bij hun kraag en laat ze werken om de meters
te winnen naar het avondeten, alleen in de luwte
van de tunnel worden tijdritten gewonnen

hemelvolk – elize augustinus

We zijn
verjaagd, gevlucht
uit de contreien

we zijn
het volk waar
jacht op wordt gemaakt

we slapen niet,
we horen in het donker
bladeren ritselen

vruchten worden
van de bomen
geplukt en verzameld

rottend onderweg
naar de plaats
van hun bestemming

we staan op
met de zon
zoete wind zingt
in ons hart

een blauwe
wolk gaat
voor ons uit, we
worden opgetild

een
overweldigende kracht
dieven kennen hem niet

een buiten dat ongekend is – joost de jonge

Vruchten rood
karmozijn, rood
liggen op een kleed
grijs, zwart, zachtgeel, lichtbruin,

schaduwen vlekken
brullende leeuwen
met wijd open bekken
liggen hier verborgen, eeuwen

achter tralies van goud
een kooi als zwerk
ik heb mij verstout
onder te duiken in werk.

…werkende geest, Atlas liet de bol rollen
werk Atlas, de geest liet de bol rollen
werkende rollen, liet de bol Atlas de geest…

Ik tors de wereld in mij
verborgen betekenissen
zwarte gaten, zwart van tijd
platgewalste ruimte
die je kunt overbruggen
door te doen alsof

door je een voorstelling
te maken van wat er buiten
de overgeleverde traditie ligt

door je voor te stellen
dat je aan de grens
van jouw voorstellingsvermogen staat
en de grens niet vermag te passeren

hier zul je dan
terug moeten keren
met je rug naar het gekende

bekende onverklaarbare bekentenissen
in het zwarte buiten
van wat je niet is verteld
dat je uitnodigend verplichtte
te blijven.

De grenswachter negeerde
jouw wachten aan de grens
tot je besluit te aanvaarden
dat je zelfs de grens
van jouw vaderland niet kunt overzien.

De grenswachter negeerde jouw blik
naar binnen
in een buiten dat ongekend is
terrein veroveren dat niet van jou is
is als wandelen
op blote voeten
in een koel stromende beek,
waarin duizend steentjes liggen
en geen dezelfde leek,

kronkelend en golvend
door land dat er welfde
waar boomwortels delfden
onder grond bedolven
kwamen de wolven
uit de donk’re bosrand
schemerige schimmen,

wier klauwen de grond verscheurden
kluiten vlogen in het rond
brokstukken onbekende grond

ze openden de ongebroken duisternis
trokken er spleten in
scheuren van wit
net zo ondoordringbaar.

Vruchten rood
karmozijn, rood
liggen op een kleed
grijs, zwart, zachtgeel, lichtbruin

schaduwen vlekken
brullende leeuwen
met wijd open bekken
liggen hier verborgen, eeuwen

achter tralies van goud
een kooi als zwerk
ik heb mij verstout
onder te duiken in werk.