Resultaten voor het trefwoord vogels

vriend – martin m aart de jong

Laat ik het hebben over jou. Ik maak
me zorgen. Hoe je de dagen doorstaat
en iedere dag toch trouw blijft posten.
Het is allemaal niet veel zaaks, los

strooigoed voor de vogels alsof je in
jezelf praat. Maar dan nog, wat zeggen
statistieken, wat zegt een “vind ik leuk”
Twijfel je nooit? Wil je niet opgeven

klap je nooit dat boek eens dicht en stap
je naar buiten, groet de vreemde die je buur
vrouw is. Dit is het leven niet. Beschermd

gebied vol onnatuurlijk heden. Geen dood
voor wie een status heeft. Profielen staan
onopgeheven voor eeuwig langs de lijn van tijd.

de parabel van de dode snip – b. vogels

er zit een roek onder de grond
een dode roek
hij moet zijn veren kwijt
en dat kan even duren
de kop met de snavel
wil ik voor een eeuwigheid

ik ben op zoek naar dode vogels
vogels zijn als goden
je ziet ze nooit verdwijnen

vogels zijn duurzaam
en van alle tijden
zelfs het ijstijdperk
werd overvleugeld

in de diepvries ligt een snip
met een knip komt zijn vlerk
in mijn levende verzameling

aard-man – hanny van alphen

de aardappelen gepoot
en sjalotten geplant
rechtte de moede man zijn rug
wees omhoog
naar een vlucht vogels
boven zijn heilig land

kijk, alles vliegt en vreet
de tijd aan flarden

leven noch dood
of iets van waarde
zal beklijven
en toch
sprak de man
met vuile vingers
zou ik hier graag nog wat blijven

love’s doves – maaike klaster

Er loopt een zoon rond op aarde
die ik nooit heb mogen aanraken,
nooit welkom heb mogen heten op
deze planeet, zoals ik wel met zijn
broertje en alle andere pasgeboren
baby’s in mijn omgeving deed
en ik wil dat iedereen weet dat het
tranen zijn waarmee ik dit schreef,
omdat ik het slabbetje met de
vogels en LOVE in hun midden uit
de panterprintkadoverpakking heb
gehaald en het op heb geborgen voor
de eerstvolgende geboorte, terwijl
de vogels en ik nooit zullen vergeten
voor wie deze liefde was bedoeld.

de wind vertelt – hanny van alphen

hij staat hier klein en eindeloos te wachten
zo deerlijk kwetsbaar blauw – maar hij verbleekt
vaalwitte vogels stalen ooit zijn krachten
de wind vertelt: hier huist een hart dat breekt

zo deerlijk kwetsbaar blauw – maar hij verbleekt
en ik zak altoos dieper in de dagen
de wind vertelt: hier huist een hart dat breekt
hij legt zich neer – ik hoor het zachte klagen

en ik zak altoos dieper in de dagen
er kleeft een datum aan z’n ondergang
hij legt zich neer – ik hoor het zachte klagen
de wind: verlos hem toch van zwanezang

er kleeft een datum aan z’n ondergang
vaalwitte vogels stalen ooit zijn krachten
de wind: verlos hem toch van zwanezang
hij staat hier klein en nodeloos te wachten

tapijtvreter & de vliedende zwanen – joost de jonge

Een sensibel Pasja
had zich verscholen
na vruchtbare godsspraak
zeide zijn beschermgeest
hem zijn belofte gestand te doen

Het zou een pact betreffen
van vogels die van links naar rechts vlogen
een aantal van zeven witte zwanen

Het zuigend zwart zwicht
onder druk
van het klappende wit
dat echoot in ’t zwerk

Een vermogend heerser
ging door ondiep water
een wade van nevelsluiers
lag over de ogen
van zijn verleden
in wapenuitrusting dwaalde hij
op het jachtterrein van zijn toekomst

De vleugels wit
vliedende zwanen
met een klapwiekend verstand
verlaat hij voor het moment het strijdtoneel
om de tijd af te stropen
waar zat hij verscholen
nu Pierlala zijn ootmoed toonde

groene kathedraal – pj sas

de taal is een groene kathedraal
waarin ik afdaal, ik laat mij zakken
door een bladerdek van letters
langs katrollen van grammatica
en verder langs knoestige vertakkingen
van onderwerp en gezegde en nog verder
langs formele bomen als pilaren
op pilaren, als kolommen op kolommen
tot ik kom bij de aarde in het duister
en ik luister naar de stilte, de koralen
van de vogels hoog in het groene glas in lood
en ik ruik de dode bladeren en ik weet
hoe de wortels wortelen in de dood
in massagraven van uitgestorven beschavingen
hun humus voedt de bomen zoals onze woorden dat ooit
ook zullen doen

* – maaike klaster

Omdat ik als Kwakoe ter wereld kwam,
op een woensdag geboren,
lig ik iedere zomer in de tuin
aandachtig te luisteren
naar wat deze Hollandse zuidwestenwind
in het Sranang te vertellen heeft,

eten we schaafijs in het park,
ben ik in den vreemde thuis
omdat overal dezelfde vogels fluiten.

Er zit een koekoek op de dijk –
iemand heeft mij zijn locatie aangewezen –
die mij met zijn holle echo
een kijkje in zijn nest laat nemen,

mij laat weten dat hij overal thuis is,
dat het tijd is,
dat ik altijd al wakker was,
maar nu mijn eigen eieren moet vinden,

dat ik niet meer naar de koekoek moet zoeken,
dat Kwakoe geweest is,

dat het overal feest is
nu wij de Surinaamse wedstrijdvogels
uit hun kooien bevrijd hebben
en zij overal de klank van Fernandez laten horen,
hun weg terug naar huis hebben gezongen.

En de koekoek tikt nog steeds.

Nee, dat was de specht,
die wil het liefste vechten
met de allerhoogste, holle boom,
zegt dat ik nooit thuis moet blijven dromen,
boort gaten in zijn zelfverkozen woning,

laat mij nog even liggen in de tuin
met de muziek van een andersoortig festival
dat ik nu voor altijd aan mijn ouderlijk huis verbind,
dat mij aan die vroege tropenzomers blijft herinneren.

Iemand doet de deur open
en alle noten, kinderen, vogelveren
waaien weer naar binnen.
De deur slaat dicht.
Nu kan ik beginnen.

de vogels raken mij – b. vogels

Vliegen is met gesloten ogen
nergens tussen zijn.
Bedolven van dromen.
Hoge toppen scheren in een dal.
Gieren in een hemel
en aarde bewegen met vier slagen.
Op zwaluwenmaat.

Een vliegenier is een jager
in een vogelvrije lucht.