Resultaten voor het trefwoord vleermuizen

verborgen land – jos van daanen

Er lopen kloven over je voorhoofd en ze druppelen
vertraagd langs je slaap naar beneden, één ooghoek
meeslepend in hun val. Het leven elixert op den duur,
maar daar kon ik vroeger al niks mee.

De schors schilfert van gedroogde kerven in je huid
en je ruikt sterker naar de dood, dan ooit.

Hoe ooit ruikt herinnering? Als een grot vol vleermuizen?
Een rottende hoop vernederingen, een ravenmoeder?

Met een blik in je heldere oog ontdek ik nog net het land
dat je voor me verborgen hield, de bomen die reiken
tot waar je gedachten zweven op de leegte, het kind,
van geen schuld bewust.

over de waakzaamheid van gras II – ruud poppelaars

Je houdt je vast aan vallende sterren, stenen zomers,
papieren lentes.
 
En de vleermuizen suisden nog wel zo mooi vroeg dit jaar.
 
Reeds bezongen in de groeven van je gezicht de honderd tongen
van de meikever. De dagen opgerold in gonzend licht; en
volgelopen
 
-van zilver- zei je -van titaan- dacht ik. Een novembermeisje
bombastisch wit. Het stond tussen gras te drinken; te verstenen
in kreten met kristal.
 
Een gedroomde roos of een verzwegen haven; kalklijnen verheffen
zich niet om in te verdwijnen.
 
Het is hier dat ik de wereld draag aan de poort van de zee die
opengaat als het hart van de bij. Jij het blad, waartoe alles
beweegt plooit op bed met de dag ertussen
 
en een oude horizon op m’n kussen legt.

zomerwarmte – c.p. vincentius

De lijst van vrouwen die graag in slaap vallen,
dromen van borstbeelden van werklieden
en rijen grijze afdakswoningen voor weldoeners
dommelt van dageraad tot eerste loomte.

In bladgoud bladderen de namen van ’t marmer
ter meerdere glorie van vocht en schimmel.
Bewegen doen zij nauwelijks, in ’t rustig wachten
aaien zij de kat in halen tot statisch paradijs.

Mannen zijn er voor enig moment in het etmaal,
als bloed stijgt en huid glanst door ’t vocht.
Ogen gesloten in een diep en innerlijk kreunen
vlijen zij tegen ‘n warmte die hitte verhoogt.

Schemer brengt hen uiteindelijk ‘n eerste koelte;
uitrekken als muggen vleermuizen vangen.
Zo zijn vrouwen voorouder, seinen levenseinde;
moe van gisteren, teneergeslagen door heden.

bloeden versus brullen – delphine lecompte

In de stad van de strijdvaardige stieren kopen we twee maskers
Nu kunnen we een bank overvallen of de liefde bedrijven
Alsof we ons nooit vervelen, alsof we geen gemeenschappelijke taal hebben
Uiteindelijk besluiten we arm te blijven en je kust mijn schouderbladen
Zonder masker ben je een oude man die zich kan verdedigen tegen de technologie die
De communicatie van de vleermuizen verstoort en zijn duiven tot zelfmoord dwingt.

De grote thema’s liggen voor het rapen
Op de koude tegels van de kerk bloedt een vrouw
Het is niet erg, het is hysterie, zegt een koster met een droge huid
Terwijl jij G-d om medailles en nieuwe remblokken vraagt, plan ik
Onze volgende maaltijd, wat zullen we eten, wat zullen we brullen
Wanneer de dame aan het tafeltje naast het onze stikt in de ossenstaart?

We eten sandwiches met geitenkaas in de tuin van een boekbinder
Hij is niet thuis, hij viert de verjaardag van zijn dochter in een andere stad
Zijn dochter vindt hem laf en kil, hij houdt niet van haar scherpe gelaat.