Resultaten voor het trefwoord vijver

amorfis – iniduo

langs de grenzen van zichtbaar licht
onttrek ik mij even aan eeuwigheid
tussentijds sta ik kort in het zicht
als speelbal van eigenwijze tijd

hooguit hoogte, waarmerk van reliëf
of diepte in groeven van voordood
gezichten, van mensen die ik nog tref
een rimpel in de vijver van stille nood

heeft het zin te beklijven
gekerfd in beelden, kruimig en broos
voor hen die na ons zullen verblijven
ik, jij, we zijn vormeloos

september – b. vogels

het park leunt achterover
de vijver lijkt me dichter
aan te kijken
onze rimpels zichtbaar

in het duister van de spiegel
groeien schouders naar elkaar
een blad drijft voor mijn mond
het wordt stil
in zoveel diepte

zwaan – wijnand raben

ik zag een zwaan
bij haar eigen kroost
een beetje van Gogh
of zo maar een losse schets

geen portret in de kamer
of schouwburg
waar we naar Theo Maassen keken

nee,eerder de vijver
voor de flats
waar we herinnerd werden
aan haar laatste dagen.

soldaat van oranje – cilja zuyderwyk

Vandaag slaagt het kind er nog één keer in
zijn wonden te slaan in hoog sluipend gras
hij is een soldaat, schreeuwt wat
lager dan zijn broer, het onnozele kleintje

Het geweer is van vurenhout, onder zijn
neus een blikje Cola Light
beter dan verrotte tanden als je oud bent
zegt moeder, zij drinkt de Viva

Hij schiet wat in het rond, maar er is niemand
die antwoordt, schuimbekkend crepeert
tussen kindergelach en vlechtende meisjes

Hij slaat in het gras, er springt een gifgroene
kikker omhoog duikt in de vijver
hij smijt zijn geweer naar hem toe
Er drijft een oorlogschip tussen de gele lissen
vader pompt een oranje bal naar de kloten

Ze beginnen, roept hij.

meisjes – b. vogels

meisjes
draven rondjes
draven rondjes rond
de ronde vijver
de kabbelende vijver
meisjes met hobbelende staartjes
kabbelend babbelend

babbelende meisjes
hobbelen rond het water
borrelend water
waterbellen borrelen
ronddobberend

visjes rond de dobber
staartvisjes
bakvisjes

assen-oost – jan holtman

Assen-Oost op zondagochtend, na de koffie
de Vredeveldseweg waar altijd iets
te doen is met stoeptegels

er ligt een eiland in een vijver
lege blikjes in een haag

elke dag dus ook op zondag zeggen ouders
niet op straat spelen tegen hun kinderen

en we doen dit voor jullie

de oude vijver (assen) – jan holtman

Langs mos en takken
zakt het pad
waarop zij liepen

tot een oase van rust

twee mannen omringd
door lege flessen
beklonken hier

het daglicht met bier
en de nacht met
jonge jenever.

lentekriebels – berrie vugts

Begin rustig aan
Kijk uit voor onkruid

Denk vooruit
Knip oude plantdelen af

Als er vis in uw vijver zit
begin dan nu met voeren

Laat de grasmaaier nakijken als
dat nog niet is gebeurd. Niets zo

vervelend als proberen het gras
te maaien met een botte maaier

Het gras wordt dan ook niet meer
afgesneden, maar meer gescheurd

Dit ziet er niet fraai uit en is niet
goed voor het gras.

Geef de grasmaaier het nakijken

voedingsadvies – martin m aart de jong

Dichters moeten zich voeden met broojes kroket
of aanzitten aan een groots banket van vijftien gangen;
goudomrande borden op tafel die na gebruik achterover gesmeten
het marmer op vallen. Stuk voor stuk. Tussenwegen zijn er niet.

Dichters moeten zich dood zuipen. Aan jenever en aan bier.
Of voorzichtig nippend peinzen, uitkijkend op een vijver
vanuit verzorgingstehuis “de Gouden Lier”.

Dichters moeten kinderen blijven, doelloos
lullen over niets. Of aan filosofie bezwijken.
Ouder worden zonder zin. Dichters moeten
eeuwig zwijgen, of zoiets als Rembrandt schrijven

woord voor woord in dikke lagen strijken
ze chocolade zinnen op papier.
Dichters moeten mensen
lijken die in twee dimensies fier doch
vet en vadsig troebel uit hun ogen kijken.
Boerend en stinkend naar zweet en bier.

er is geen dossier – ellen vedder

Alleen fluisterkreten uit de tweede hand
plus het plaatje dat ik opsloeg
in het geheugen van mijn ontvankelijke tienerbrein:
hij zat vreemd rechtop en keek nogal uitdrukkingsloos.

Hij is nu ruim 20 jaar dood
maar ik ben er nooit achter gekomen
of de hoeveelheden watt die ze door zijn kop joegen hem echt hielpen.

Kon het de gaten in zijn ziel dichten?

Wakken van waanzin waar hij probeerde langs te laveren.
Is er een grens is waar je voorbij jezelf kunt raken?

Toen hij min of meer genezen weg mocht bleef hij zitten
hij vertrouwde zichzelf de buitenwereld niet meer toe.

Besefte hij dat hij een steen gooide in de vijver van zijn nageslacht?