Resultaten voor het trefwoord verwarmen

trouw – jeroen c. muts

Zij zaten met gedeelde vingers
verstrengeld in een glimlach
toen hij haar toefluisterde;
‘dageraad van mijn dag’

zij antwoordde in een knipoog
en een kneepje in zijn hand
‘als ik jouw licht mag zijn
ben jij de zon waarin ik brand’

dan verwarmen wij de grond
tezamen, waarin liefde groeit
zijn alle bladeren de jaren
tot we oud zijn en uitgebloeid

zelfs dan nog zijn er sterren
die dankzij ons zo stralen
lichtpunten in ons leven
zodat wij nooit verdwalen

de noten die zij spraken
dansten door mijn hoofd
ik wilde weten of hun woorden
ook jou hadden verdoofd

ik keek je aan; en vroeg
of jij dezelfde gedachte deelt
toen jij me kuste, zag ik hen

hetzelfde doen; in het spiegelbeeld

februari – ad van schijndel

Oh zalige maand van vier keer zeven dagen,
waar in het begin het einde mij al roept,
waardoor de snelheid van de winter floept
en Valentijnse rozen vele harten plagen,

je hebt mijn plichten heerlijk ingekort,
en als er aan mijn werk een uurtje schort,
zeg ik mijn baas: ’t Is nu februari:
wie zeurt van langer tijd, verkoopt slechts larie.

Toch grijp en kleun jij mij ook mis,
want als de eerste dag vol liefde is
en ik me aan een ander wil verwarmen,

dan trekken krampen door mijn darmen,
want wat een maand zou mogen duren,
heb jij verkort met zeker zeventig uren.