Resultaten voor het trefwoord vers

ik dacht – brigje otterloo

Ik dacht dat ik de dagen blond en rond kon
dromen. Dat gewone van een lach dat vrome
van geluk als een Paus die me in Rome alle
hoeken van het Vaticaan liet zien en de adem,

mij ontnomen, inblies met de liefde van God. Ik
dacht gewoon dat het genoeg zou zijn de halve
waarheid uit te laten komen. Een koekoeksei
dat vers gelegd was uitgebroed in deze zomer.

aderlating – jan bontje

ik heb zojuist het potlood herontdekt
en schrijf nu dit gedicht
het is gewillig
en laat zich braaf schrijven
zoals ik dat wil (denk ik naïef)
in werkelijkheid
schrijft het gedicht zichzelf
dien ik slechts
als doorgeefluik en instrument
van woorden die eeuwenoud zijn
maar door en in dit vers
een nieuwe inhoud krijgen
nieuwe woorden worden
zoals massa moord mooie mens
moeder natuur
is onverschillig
de mens denkt
dat hij belangrijk is
maar in feite is hij
rijk aan belangen
dus slaaf
: of lijfeigene
zoals nu (tijdens dit gedicht)
van dit potlood
waarvan ik me bevrijd
door het weg te leggen
afstand te nemen
met aderlating van dit gedicht

lentissimo – martin m aart de jong

Je zei vandaag, vandaag nog niet
het regent en de wereld ziet er
te mooi uit. Met zacht gebogen
kleuren en een natte huid waar

op de vers geperst lente druipt.
Wacht nu maar af totdat de tijd
in echo’s tussen bergen dreigt
met nachtelijk gedonder totdat

de hemel plots verscheurd wordt
door een flits en vrouwenstemmen
in een nis van eeuwigheid en spijt

je naam vertalen in een kus. Dan zul
je dansen als een Rus. Je zult stom
dronken vragen wie ik was. Dus wacht.

just done it – andreas de withe

hervonden geluk
van vers gras
net gemaaid

gerookt met ondeugd
een kringel die niet
opgaat maar

naar meer
versmaad

het gaat er in
ritueel niet om wat

of

hoe je iets doet

dat je het doet
en dat het waus is

of in ieder geval
zo’n soort van richting

je had nog zo gezegd – jelou

Het dak besloeg een ruimte
groter dan jouw onrust
vluchten kon

ik ga ervoor, lag nog vers
onder de pannen, de koekoek
was getuige

de muur was blij geweest,
het frisse geel een jas om
warm te dragen

je geur had sfeer gebracht in
weggedoken hoeken, sporen
wanhoop uitgewist

het rook naar levenslust, al
hing de spiegel daar met
droeve ogen

ik ga ervoor, had jij gezegd

maar onder het dakspant
verklaarde jij jezelf

volkomen onbewoonbaar.

de subjectieve criticaster – hanny van alphen

Ik zeg u,
hoed u voor zijn tong
scherper dan de schaar
van een kleermaker
die door loden stoffen glijdt
snijden zijn woorden
uw vers aan flarden
en likt hij zijn lippen vast
voor het volgend commentaar
op het slipje van de meid
of de dwerg in ’t boudoir.

behoudzuchtig vers – anouk smies

Ik verblijf uren aan je blik
kleine stalen dood
kampeer aan je oogopslag

Het sneeuwt als er pauzes worden ingelast
Verrast
door klokslag contact

staan wij een jas
van huid
op de drempel af

amsterdam, overtoomse veld, 30 april 1993 – hans mellendijk

Verkreukeld, verfrommeld, verfomfaaid,
uit een vervlogen tijd aangewaaid,
kijkt James Dean mij ongegrond opstandig aan,
vanaf een verlopen calendarium uit ’91.
Ik vraag mij af, nu ik uitgeput maar voldaan,
na een lange feestelijke wandeling, in het gras lig,
denkend aan zo’n duizelingwekkende vlucht uit het verleden:
‘Hoe vliegt de tijd?’

Door ’n prille meid,
zag ik je zo-even nog snel verkocht.
Terwijl jij liever de vrijheid zocht.
Bent toen uit het Vondelpark door de wind meegezogen,
met scharrelend zwerfvuil door het Rembrandtpark gevlogen.
Op het laatst neergedaald voor de GAK-kantoren.
Om als een objet trouvée, in de tijd bevroren,
door mij bewust te worden geadministreerd.

Uiteindelijk in dit vers hartstochtelijk vereerd.

de dichter – jan holtman

Kijk hem nu eens dichter zijn
alweer een vrouw verlaten

Kijk hem nu eens dichter zijn
door narigheid gedreven

Kijk hem nu eens dichter zijn
al maanden geen vers geschreven

Kijk hem nu eens dichter zijn
lopend naast die jonge griet

kijk hem nu eens dichter zijn
’t lijkt zowaar of hij geniet.