mijn honger naar genade
laat mij verlangen
mijn verlangen
laat mij vluchten
mijn verleden vlucht
naar verre bestemmingen
mijn vergeten
laat mij herinneren
mijn toelaten
laat mij verlaten
mijn navel
laat mij staren
mijn gedachten
laten mij dwalen
langs het gewichtloze
van mijn gewicht
en mijn luiheid
van lijf en leden
doet mij vervagen
door mijn blindheid
voor het hier en nu
Resultaten voor het trefwoord verlaten
dames en heren
dit is het eindpunt
van deze trein
til bij het verlaten
niet al te zwaar
aan uw bagage
doorheen tijd
pijnt mij het mens zijn
zielen schreeuwen;
vergeet niet!
onze laatste traan was voor jullie!
onze laatste adem was voor jullie!
lopen, lopen
het ravijn…
naakt in de septemberzon
gruwelijk speelgoed voor kogels
Satan is los!
het ravijn…
tot de rand gevuld met bloed
tot kadavers vergane lichamen
huizen van de ziel,
nu verlaten
ik ben er geweest
mijn verstand verliet mij
de lucht bezwaard van leed en pijn
betreden deed ik niet
uit eerbied
honderdduizend mensenzielen vermoord
wees stil
luister naar de vogels
Kijk hem nu eens dichter zijn
alweer een vrouw verlaten
Kijk hem nu eens dichter zijn
door narigheid gedreven
Kijk hem nu eens dichter zijn
al maanden geen vers geschreven
Kijk hem nu eens dichter zijn
lopend naast die jonge griet
kijk hem nu eens dichter zijn
’t lijkt zowaar of hij geniet.
Na zessen heerst een donkerte in schooltje
achter ramen stoeltjes omgekeerd op tafels
haag van dunne pootjes trappelt als insecten
niemand die ze op hun buik komt draaien.
Er zijn geen kinderen, geen kleine jasjes
aan de lage stokjes, het voelt angstwekkend
leeg, een soort van leegte alsof de kinderen
hier nooit meer zullen komen en adem stokt.
Verdorven dus onwetend
slentert hij door stegen,
in de schaduw van de nacht.
Zonder vrienden en verlaten
zoekt hij slapeloos en dolend
naar eenzame verwanten.
Er klinkt geschreeuw van
dronken zeelui, galmend
over grachten van de stad.
’t Zijn zielen vol van vuur,
ze verspreiden zich gestaag
in levens zonder antwoorden.
de kroeg is verlaten
vermoeide obers stoeien
met houten stoelen
een stuntelige dans macabre
traag veeg ik het opgedroogde zilte zweet
van mijn nog warme trombone
de zoet gevoosde sensuele
koperen klanken zijn vervaagd
gelijk met het bierschuim
in de met vele vingerafdrukken
vette ongespoelde glazen
mijn zinderende transformerende
alter ego komt tot rust
gedwongen door de harde koude tl verlichting
ontdaan van elke menselijke compassie
toont ze haar ware uiterlijk
kil en desolaat
kom muzikant, ga het is nacht
en mooi geweest
al kerfde ik steeds dezelfde regels
vergeten woorden in het kermend hout
zij bleven onzichtbaar voor hen die zien
-zoekt, gij zult zoeken- schreeuwden zij
en ik zocht en zocht maar vond het niet
geen woorden van betekenis vond ik
niets van waarde, weerloos of verlaten
niet op muren, vuilniswagens of beton
al wat restte was verstorven as op hopen
rottende bergen beenderen en wat hout
en nu, terwijl de mannen hun shovels rijden
-het nette pak tijdelijk verruild voor overall-
zoek ik vergeefs mijn ingekerfde woorden
Recente reacties