Resultaten voor het trefwoord verkrachtingen

kan iemand mijn ouders leren lezen? – delphine lecompte

Mijn moeder leest een gedicht dat ik gisteren heb geschreven
Ze wordt met een tapijtschaar vermoord in mijn gedicht
Niet door mij
Maar door een labiele schoorsteenveger
Ik heb hem wel het moordwapen aangereikt
Mijn moeder kijkt op en geeuwt
Dromerig streelt ze mijn kruin
Alsof ik een goedkope tochthond ben.

Ze denkt kortstondig terug aan het martelen van de fret die
Veertig jaar geleden het huisdier van haar enige broer was
Ze heeft toen enkel haar handen gebruikt
Hij heette Samuel, haar broer
Hij is een misnoegde stukadoor geworden
Marterachtigen interesseren hem niet meer
Al bij al was het een geslaagde kindertijd
Er waren appelsienen in overvloed en
Tuinmannen mochten nog van kinderen houden.

Mijn vader mijn gedicht doen lezen
Dat is een ander paar mouwen
Ik moet hem vastbinden en
Zijn bovenste oogleden met elastiekjes aan de kroonluchter vastmaken
Ik zou mijn gedicht kunnen voordragen
Maar ik ben te lui en te nasaal.

Hij leest en beeft
Want ik heb zijn kleren moeten verwijderen
In het gedicht dat hij leest is hij een korzelige kruidenier
De kindertijd van de kruidenier was miserabel
Zijn vader was een communistische terrorist en
Zijn moeder was verslaafd aan het sap van cactussen
In de derde strofe wint hij de eerste prijs van de tombola van de zeescouts
Het is een smaakvolle houtskooltekening van een verkrachting op het strand.

grootmoeder, schutter, vader – delphine lecompte

Mijn grootmoeder toont me hoe
Het is niet aantrekkelijk
Het geknepen vlees blijft staan
Doet denken aan een termietenheuvel
De herinnering van een oude kruisboogschutter
Naast de heuvel was hij jong en gespierd
Aan de verkrachtingen nam hij geen deel
Liever temde hij een kameleon.

Ik bloos sneller dan vroeger
maar ik val niet meer in slaap in de kapperszetel
ik word wakker met een keffende ringtone en
een man die nog slaapt en vraagt: ‘Wil je een stuk kaas?’
aan zijn moeder die dertig jaar geleden is gestorven
Ik antwoord in haar plaats en hij wordt wakker zonder verontwaardiging.

Mijn grootmoeder zegt dat ik dwaze gezichten trek
Wanneer ik een spiegel vind is het schaamrood verdwenen
Ik zit aan de keukentafel en verplaats kruimels
Nu zijn ze een panisch kind in de wachtzaal van een tandarts
Haar vader leest zijn gedichten voor
Het is geen angst voor de tandarts
Het is haar toekomst in zijn schrijfsels.