Resultaten voor het trefwoord vanuit

linda (1993 -) – phillipe te bar

Wallen lagen onder haar
ogen als donkere dames
met lusten die zij
juist niet wil voelen

op haar snoeppapieren spookvel dat vaak zo smakelijk
zou kunnen knisperen, maar waaronder nou net weer
botten tot spiesen splijten om daar haar huid door te steken,
waardoor een weg uit die nachtzwarte uit pees en vlees
geweven holte zich opent; vanuit die ultrasone onderwereld
der labbekakorganen, meent zij, dat zij juist dat weer heeft;
onrustig gebeente, mergvol gestut van die bloedlauwe hel, dat
levenslang zinderend kraakt in haar zak van vaal en vlezig vel.
Haar botten willen zich ook wel eens in het volle licht warmen

aan de zon, waarvoor zij zich juist verschuilt als pasgeboren,
baarmoedernatte reeën doen die ook maar verloren rillen
in hoog, dorgeel gras.Voor even verlaten door hun moeder
die, zoals het hoort, gevaren afleidt als wolven en mensen.

De wereld is haar carnivoor waarvan zij, verloren lopende
polonaise van een meisje, de opengesperde muil inhost. Ze
offert zich liever lallend en alleen. Niemand waagt haar zo

aan te raken. Gelieve dat ook nooit te doen.
Teken haar; het is een nadrukkelijk verzoek.

vanuit de coulisse – walmzand

mombakkesen grimassen
moordenaars slachten
moraalridders doorkruisen

de golfbeweging die de goegemeente maakt
is dit keer neerwaarts
brul terug!

aangetast in mens zijn
sla ik gade
rattenkoning in mijn schimmige brein
brul terug?

1984
ik bevind me op een weide
zon straalt aan de hemel
warmte omgolft me
is het dan echt waar?

voedingsadvies – martin m aart de jong

Dichters moeten zich voeden met broojes kroket
of aanzitten aan een groots banket van vijftien gangen;
goudomrande borden op tafel die na gebruik achterover gesmeten
het marmer op vallen. Stuk voor stuk. Tussenwegen zijn er niet.

Dichters moeten zich dood zuipen. Aan jenever en aan bier.
Of voorzichtig nippend peinzen, uitkijkend op een vijver
vanuit verzorgingstehuis “de Gouden Lier”.

Dichters moeten kinderen blijven, doelloos
lullen over niets. Of aan filosofie bezwijken.
Ouder worden zonder zin. Dichters moeten
eeuwig zwijgen, of zoiets als Rembrandt schrijven

woord voor woord in dikke lagen strijken
ze chocolade zinnen op papier.
Dichters moeten mensen
lijken die in twee dimensies fier doch
vet en vadsig troebel uit hun ogen kijken.
Boerend en stinkend naar zweet en bier.

vanuit de kampeerstoel – richard kamsteeg

Links het tentje van mijn dochter,
voor die van mijn zoon en mij,
rechts de tijdcapsule die ons bracht.
Het getjilp van kinderstemmen
vermengt zich met geruis van vogels,
de spelende rivier
en de kabbelende zoom van bomen
waarboven net de zon verschenen is.
Het zweet breekt door mijn schaduwpak
zodat ik op zal moeten staan.
Dan dekt een wolk de wereld toe
en stelt het moeten zich nog even uit.