Resultaten voor het trefwoord vallen

zee van kalmte – iniduo

het hervonden water spiegelt binnenkant
ik ga in een omtrekkende beweging mee
voel ruggelings strelen met vlakke hand
mijn leniging zweeft boven ademloze zee

ik ben in een onbeslapen bed ontwaakt
waardoor wormgaten vallen in blindheid
het duurde even, maar de code is gekraakt
eindelijk ben ik deelgenoot van mijn tijd

het ritme van lome golven is nu de maat
onbedijkt zelfs, in vloeibaar koele lijven
want dood tij dat fier de wereld over gaat
komt met behouden vaart bovendrijven

wat zilt vermag – pastuiven verkwil

twee verweerde voetstukken op het zand van een strand aan de zeewaterrand
zoutbevreten maanbeschenen enkel dat duo
de rest reeds verbrokkeld

alsof pilaren van de aarde
de hemel nabij hebben laten vallen
beplat het het plat platter

onze pinnakels weerstaan
in dit ondermaanse tranendal
het aangedane leven

wonder – vincent corjanus

Daar loopt een wonder,
zo mooi.
Ze schittert mee in de menigte.
Een ster die net boven de grond zweeft.

Ze zal nooit vallen,
ik mag geen wens doen.

hoe alles schuift – sabine kars

ik voel de jaren die niet passen en het slippen van
de grond en de meeuwen – die niet langer
voor me spreken – werden uit de lucht gegrepen
kunnen amper hun regen nog bedwingen

de rode kunststof sterren kauwen op mijn vragen
niet wetend waarheen laat staan waarom ze zijn
te luid voor het horen tikken van de stilte
zo is het altijd geweest

dit donker moet verzonnen zijn

het is niet zo lang geleden dat ik een storm opstak
nu lig ik voor het rapen weet dat mensen werkelijk
kunnen breken de waanzin is in iedereen en tegen
de binnenkant van een oorlog is niets bestand

nog even en ik hervat mijn vallen en de
onnoemelijke behoefte aan het bijeenroepen
van een winter het stillen van een landschap
en het afscheid van ons gelijk

hier leg ik mijn wijzers af en vlecht me in op de
hartslag van grijsgeworden bomen luid geluidloos
luister – want als er niet meer wordt gesproken
dan zeg ik je het meest

* – maaike klaster

Om door en zevenjarig gat te vallen heb ik een extra paar armen nodig om me
vast te houden, maar wat mensenarmen betreft zijn hier alleen de mijne,
wat ook precies de reden is dat ik val. Terug in de tijd, langs lege kalenders,
agenda’s, bedden, een bank waar ik ook nu in mijn eentje op zit, en alle mannen
die ik dood heb laten bloeden, zelfs hier op deze vloer, omdat deze isolatie,
eenzaamheid, afzondering – noem het wat je wilt – nog altijd beter was dan het
alternatief: me opnieuw laten naaien, of erger, verkrachten in mijn eigen huis.
Dus het spijt me voor alle verloren tijd, mislukte pogingen om liefdeloos binnen
te dringen in dit verdorde paradijs, een paleis waar gladde muren, spiegels,
tegelvloeren steeds met dezelfde tranen worden schoongeveegd, waar ondanks
alles Vreugde nog steeds leeft, want denk niet dat iemand heeft geholpen toen ik
schreeuwend op de ramen schreef: Help!

* – maaike klaster

Ik blijf maar vallen in armen die er niet zijn.
Wanneer houdt het op op, komt er een einde al al dat schrijven over lelijkheid –
ik heb er zeeën voor in tweeën moeten splijten – staat er iemand anders op
die zegt: Misschien is het nu dan wel genoeg geweest met al dat luie haten,
wegdoen van mijn Vader, Moeder, God, de Hemel, het Leven. Laat ik nou eens
doen wat mij bij mijn geboorte werd gevraagd, of ik onvoorwaardelijk lief wilde
hebben, wat ik inderdaad heel even heb gedaan, maar toen ook dat voor het
gemak heb weggegooid, want hoe lang zijn we hier nou eigenlijk op Aarde?

Dan kan ik eindelijk weer boontjes doppen, eten koken, een man liefhebben,
baby’s verschonen, mezelf lachend langs een raam zien lopen.
Want denk niet dat ik wat ik tegen jullie zeg niet ook tegen mijzelf heb gezegd.
Weet dat ik mijn verkrachters, en mijzelf om die verkrachters, voor alles heb
vergeven, zodat ik verder kon en wilde leven, deze pen heb opgepakt en
alles heb geschreven.

lenteflash – berrie vugts

De stengel buigt zijn hals
Rankt.
Verlangt zowaar naar afgesneden kelen
Die zachtjes, zachtjes vallen in het gras
Zonder overdreven dwarrelen.
Het blad krult op
De zon trekt nog eens fel van leer, schroeit
de gekrulde bladeren.

vlucht – laura mijnders

Het touw
strikt zich vaster
rond mijn voeten
terwijl ik ren
denk ik niet langer aan het vallen
mijn knieën buigen al en ik
fluister
mijn trillende handen
tot bedaren
waar ik wilde schreeuwen
ging een woord verloren
in de schemering

zoet herinneren – hans goudart

Het leven lonkte vol beloften, maar wat bleek:
De mooiste mokkels vallen op
de grootste schoften.
Ik ben altijd veel te braaf geweest;
mijn leven lang een witte raaf geweest.
Begrijp me goed : Geen spoor van spijt
over alle benen wijd,
noch over het gevloeide maagdenbloed.
Ook zal ik nooit een kwaad woord
zelfs maar mompelen,
over de schatjes die ik weg zag strompelen.
Toch vraag ik mij bij vlagen af,
of mijn leven is geflopt.
Ik had er zoveel meer uit kunnen halen
als ik er meer had ingestopt.
Het blijft maar in mijn brein rondspoken:
Ik heb er lang niet alles ingestoken.
Nu zit ik soms te balen van
de leeg gebleven plekken in mijn dagboek
waar ongeschreven de verhalen staan
van zoet herinneren.
Weliswaar kookt mijn geheugen nu al over;
vergeleken bij mijn fantasie is mijn ervaring pover.