Resultaten voor het trefwoord twijfel

arzebia – iniduo

in het deinen van de ochtendziel
in wiegende schaduwen
in slome jazz van dik bloed
wil ik tralies van twijfel ontlopen,
giftige kreeften, vale sluiers van onmoed

een eiland zonder randen lijkt me wel wat
schemerend in eindeloos blauw
zoals alleen een hemel of zee diep kan zijn
zoals stoffige landkaarten in de geest;
daarop lijken alle vergeelde schatten klein

inderdaad, soms ben ik een kruisbestuiver
dan hang ik aan de spaken van een dood wiel
op proefverlof met mijn achilleshiel

territoriaal, allegoriaal, tijdzonaal
soms ben ik een aardbestuiver
tienduizenden kilometers in de verte

nooit een minuut over de grens van voorbij
toch kijk ik er naar uit, vooralsnog

goed bewaren – pallas van huizen

Ze laat zich niet vastleggen
vastpinnen, -pakken in de tijd
vluchtig, verdraagzaam
liefde is een ervaring
bewogen door stilte, jouw twijfel
als de nacht zachtjes begint te praten
ontroerd door ijdele daden
zwarte geheimen die de monden verlaten
dat lees je als een dagboek
ken je als je eigen zakdoek
dat legt ons alles, alles uit
teder, maar diep geraakt
liefde is een ervaring
van onschatbare waarde

opladen en weer doorgaan – pallas van huizen

Je schrikt als je het antwoord niet weet
dat er gaten zijn, hiaten in het systeem
je schrikt, weet niet wat je moet doen
raakt verstrikt in het zwijgen
dan zie je dat het vrienden zijn
leerzame vrienden, niet bang voor de regen,
zij kunnen praten, ik zit gevangen in mijn eigen woorden
ze doen me geen pijn, ik ben niet bang meer,
toch zou ik zo graag eens een normale vraag willen stellen
zonder scheef aangekeken te worden
met de twijfel meent hij het nou of niet?

Ja, natuurlijk meen ik het, ik zit je niet in de maling te nemen,
: | Wat zijn de andere dingen dan? Tja…
Gewoon tijd voor jezelf, rust, ontspanning alleen,
stilte kan soms heel helend en genezend werken,
er is drukte genoeg in de wereld,

opladen en weer doorgaan

glinsterscherf – tibbes punt

Van zicht ontnomen
riep ik naar een hand die zocht.
De wind roept en brengt.
Nu dwaal je hier rond op verloren momenten
houdt op tast de deur open voor water wat niet stroomt
maar een begin klopt in mijn tenen.
Zes jaar diep verdronken op een foto dwing
ik mijzelf nog steeds niets af.
Klamp vast aan twijfel en ik kan wel
koorddansen als mijn hoofd maar eens de grond
zou laten.
Probeer je een vreemde te laten zijn.
Maar
zodra jouw
dwalen
voelbaar is
wil
ik
in
je
armen.
Stukjes zielenspiegel draag ik met mij mee
als doekjes voor op wonden
er heerst hier oorlog weet je
dus blijf
blijf…
al is het maar in een zoekend moment.
Dan geef ik je wat glinsterscherven
die pijlsnel door je bloedbaan schieten.

mijn coach spreekt bemoedigend van een trendbreuk – hans van willigenburg

ik ben vrijwel voortdurend bezig mezelf te verbeteren
en al kan ik niet exact vertellen wat ik aan het verbeteren ben
of hoe
het feit alleen al dat ik er vol overgave aan werk
en dat al mijn concentratie bijeen is geraapt rond dat ene doel
en het bijeen rapen van die concentratie zonder twijfel mijn eigen verdienste is
kan hoe dan ook als verbetering worden betiteld ten opzichte van alles daarvoor
toen ik nog wel eens half om half uitwegen verzon
onberedeneerd een herfstblad van de grond raapte
lachte
grapte
wenste dingen belachelijk te maken vanuit de onderbuik
met een gevoel van triomf zo kort
als een inzakkende schuimkraag
waar geen progressie van welke soort ook
in aan te wijzen viel

maar nu…

nu ben ik elke dag hard en opgepompt
onderweg naar een betere versie van mezelf
die bochten en kruispunten nadert met nog minder schrik
ferm een koers kiest
de mond als een streep
de kaaklijn vooruit geschoven
de humor als een weliswaar aantrekkelijk
maar al met al uiterst contraproductief systeem
van gesublimeerde aarzeling
naast me neer gelegd

ik kijk… – hans van willigenburg

voor Fernando Pessoa

Een nieuwe dag. Er gaat weer van alles gebeuren waar ik naar kijk.
Ik die er zelf voor waak gebeurtenis te zijn.
Geen zin in… begin, midden, einde. Hoe loopt het af?
Ik wil niet aflopen. Op geen enkele manier.
Eeuwig dwalen wil ik, binnen de marges van mijn twijfel.
Ik twijfel aan veel maar niet aan de weidsheid van mijn twijfel.
Aan de eindeloze variëteiten die mijn twijfel omspant.
Gebeurtenissen zouden blij moeten zijn door mijn twijfel bekeken te worden.
Ik rijt ze weelderig uiteen en stuur ze tegengestelde kanten op.
Maar ze weten niet hoe ultiem dat is, die stomme gebeurtenissen.
Hoe onmisbaar en gezond deze goddelijke gymnastiek!
Ze weten niet hoe te fêteren het zijn van spagaat.
Hoe ze boffen door mij te worden gekliefd, precies in het midden.
De gebeurtenissen, zegt een stem in mijn achterhoofd, zullen zich enkel voltrekken.
Domweg voltrekken. Als ongeblutste auto’s die uit zicht verdwijnen.
Zonder hobbels in de weg. Vredig snorrend op weg naar hun bestemming.
Terwijl ik me een ongeluk kijk, kom ik niet verder dan ze nakijken.

Kijk!
Kijk!
Kijk!
Achterblijven mijn gezegende specialiteit.

transformatie – anouk smies

Je gezicht
is de hete zomer
van alles dat ik eerder schreef

Mijn woorden blozen
Onze hartslag een zon
die een radslag maakt

Wij beschaduwen de avond
volg je twijfel zonder geluid
Wat gebeurd is trek ik na

en zet de meubels in de tuin
Wij bouwen ons tentenkamp op
terwijl onze gedachten stap voor stap
het pad aftasten

Buiten je huid

de honger – tijl nuyts

De honger danst als een dwaallicht
in zijn ogen wanneer zij passeert.
Getooid met een kluwen
van twijfel trippelt zij nietsvermoedend
zijn blik voorbij
als in een trillend waas.

Terwijl hij zich met haar aanblik vult
ziet hij doorheen troebel water
hoe zij zich uitstrekt,
zich krult in troebel glas.
Hij ziet hoe zij smelt, opbrandt, uitwaaiert
en weggeblazen wordt als as.

Huilend kruipt hij dieper weg
in de plooien van zijn jas
om daar bedeesd te rillen.

Hij wou dat zij gebleven was,
dat hij zijn honger eindelijk kon stillen.

bomenblues – hanny van alphen

wanneer
vogels worden teruggefloten
en wassende westenwind
mijn armen zal ontbloten

speel mij dan een herfstcantate

wanneer
bladmuziek zal omslaan
naar winterharde twijfel
over armbreed voortbestaan

kerf dan in mij, jouw naam

vertrouwd – bert bevers

Engelen zijn nooit en fin de carrière.
Onraakbaar in hun rimpelloze glans
zwijgt het geduld van kaarsen. Verdriet
schreit zacht om verdwenen vaderen.

Uw naam ligt op mijn tong. Ontraadsel
mij de sluimer van het duister, teken
als het u belieft de ruimte zuiver uit.
Geen reis voert, dat weten we, ooit zo

ver als die naar elkaar. Deugd moet niet
smeulen. Wij moeten waakzaam blijven.
Buiten seinen we elkaar in de gewesten
van de twijfel doorheen de tijd berichten,

vertrouwde berichten.