Resultaten voor het trefwoord tunnel

logeerpartijtje – pallas van huizen

De tunnel door de slaapzak, de zijkasten en lakens
naar het bureau was een avontuur,
een avontuur dat meerdere keren herhaald moest worden,

in zijn fantasie was hij een jedi, en zij zijn jedia,
van moeder mochten we de hele nacht spelen,
maar ’s morgens bij het ontbijt
was de onrust toch voelbaar,
we aten snel cornflakes met yoghurt
en suiker en om 10 voor half negen
stonden we al op het schoolplein,

de moeder van Michel was de enige die er was,
zij en wij hebben alles gezien.

Papa was toch boos geworden.

op natte planken – pallas van huizen

Het is dat ik je ken of eerder gezegd denk te kennen.­
Ik was dichtbij, heel dichtbij.­
Jij ver weg, heel ver weg.­
We konden elkaar aanraken,
maar niet bereiken.­

De weg kwijt.­ Er was geen jij in deze wereld.­
Kromme tenen en ik weet dat ik weer eens zoekende was,
diep in het rood ondergedoken bij de gratie van 10 euro.­

Daar zaten we dan in onze indianentent.­
Geen woord gezegd, broodnuchter, lege en lage wolken
en we filmden de toekomst in onze frontale hersenkwab,
door onze maag, langs het ruggenmerg,
in een adem naar buiten.­

Blind voor het leven nu we de tunnel zien komen,
lichtje voor lichtje,
een voetstap verder weg en dichterbij.­

De dood ruik je hier op een afstandje.­

laatste bus – bennie spekken

de chauffeur veert op
en neer in het donkere
vooronder

scheert boom na boom
de groene tunnel
door lichtbundels betast

de mond van de engel
op mijn schouder hangt
wagenwijd open

haar hoofd een speelbal
van de automatische idioot
ze lijkt wel dood

het einde is inzicht
er is geen weg
geen land meer

alleen het vuur
van de zon
onder

snelweg naar de nacht – b. vogels

de nacht kent begin
noch grenzen
hij overvalt je
als een trage trein
je indommelt
en inspiratie steelt

het spoor heeft geen einde
de tunnel graaft zichzelf
het verleden draaft vooruit

en toch
het hoofd moet uit de armen
wat je lief is houdt je wakker

de man – berrie vugts

Je ligt bijna helemaal stil. Je ligt daar maar
als een afgelegd lichaam van boven gezien.

Door een holle tunnel met de stem van de gewone man
De gewone man die naar de hoeren gaat, op de ruit tikt

Een barst in de ruit tikt.

Met de stem van een kat die een muis uitvraagt
De man die de stem met man en muis uitbraakt

De muis die heel wil blijven, voor de man
die zijn slagveld van binnen doorschouwt

uitzicht I – frido welker

wat de wind doet met de boom die nog vruchten draagt,
terwijl de lucht over een dode rivier de straat inwaait,
moet ze zelf weten, Internationale Vrouwendag is geweest
dus ik neem aan dat ze gekozen hebben

het is een half uitzicht, de molen mag niet draaien;
dat is voor dagen dat er in zijn ruim wordt gegeten
van dure borden en de gasten het ervaren alsof er zeesop
kolkt over het water waar meer roeiboten varen dan
zalmen nog tegen de stroom op durven zwemmen,
maar wel stil op bord liggen, het oog netjes weggesneden
de prullenbak in want dat converseert niet fijn,

het is een half uitzicht, achter de molen het ziekenhuis
waar niets over te zeggen valt want veel stiller
kan een plek niet zijn

uit de tunnel dichterbij dan de molen komen fietsers
die veelal sneller willen fietsen maar niet kunnen
racen als een wielrenner, hoe graag ze ook de wind zijn;
ze vat ze bij hun kraag en laat ze werken om de meters
te winnen naar het avondeten, alleen in de luwte
van de tunnel worden tijdritten gewonnen

samenwonen – bennie spekken

het hoofd schuin de ruggen af
een stoet van titels een groot gevolg

totdat er iets verandert lolita
staat nu naast de tunnel en het licht

op weg naar het einde ingeklemd
tussen vorige levens en één met god

en de steppewolf vrees ik
ergens op zolder in een kist