langs de grenzen van zichtbaar licht
onttrek ik mij even aan eeuwigheid
tussentijds sta ik kort in het zicht
als speelbal van eigenwijze tijd
hooguit hoogte, waarmerk van reliëf
of diepte in groeven van voordood
gezichten, van mensen die ik nog tref
een rimpel in de vijver van stille nood
heeft het zin te beklijven
gekerfd in beelden, kruimig en broos
voor hen die na ons zullen verblijven
ik, jij, we zijn vormeloos
Recente reacties