Resultaten voor het trefwoord taart

franse frietpraat – monique methorst

Punt is dat het allemaal zo gevoelig ligt. De pijntjes van zolder, catastrofe na strofe schrijven alsof het niet lijden kan en wij maar zo goddelijk zingen van: “Hij weet niet hoe, hij weet niet hoe, hij weet niet hoe.”

Op het verkeerde been uit woorden gezet, met de inkt amper droog achter de oren… zette je een keel van een aardappel op en droop alle shit af in jouw voetsporen. Even naar zijn schoenen kijken… super, hij loopt er nog steeds naast.

Om door een vingertje te halen… kom likken aan wie zo dik er bovenop ligt. Het is niet de kers of de ouwe taart, maar het vervelende van spanning is dat het zo lekker weg snijdt… net zo dwars tegen alle wetten van jouw natuur in, luistert het ook zo nauw om in alle vrijheid te schrijven: snuif je wel vaker in de spiegel van de kapper voor de smaak… wat weer niet in het juiste perspectief valt te lijmen en dan moet het nog zeker rijmen ook…

Dan ben je zeker ook van de partij Tegen etenstijd vervuilde poëzie en het kwijl aan de muren zit? Wat zure regenbogen erbij, heb je een dijk van een gedicht met als enige beperking dat je pas na de dood er beter door wordt.

nc|c6h7(ono2)30 – hans mellendijk

dan de dag voorbij gevlogen
de trouwfoto’s
het gemeentehuis
de ringen aangeschoven
in haar ogen gekeken
het bekende cliché
eeuwige trouw
die liebe und das weh
dat kon nog vuurwerk geven
de huwelijksbeuk d’r in

gedachten bij het ijs
terwijl het fonteintje
sprankelend spetterde

het geluk
in zijn lief
haar buik

dan de volgende ochtend
als hij uit het raam staart
restanten van bruidstaart
het nieuws uit roombeek

dan tien jaar later het bericht in de krant
er zijn sterke aanwijzingen dat ijsfonteintjes
de oorzaak zijn van de fatale explosie
van de vuurwerkramp in enschede
dit onschuldig lijkend vuurwerk
dat in de horeca wordt gebruikt
om ijs en taart te versieren
bestaat voor 90 procent uit
rookzwak buskruit

nitrocellulose

in combinatie met zwaarder vuurwerk
gedraagt dit zich als de vernietigende
springstof die op 13 mei 2000 om
15.35 uur de woonwijk roombeek
wegvaagde en 23 inwoners doodde

hoe betrekkelijk weer
dat geluk kan beklijven

los – kate s. kuipers 


laatst de teugels gevierd. ik weet niet eens
hoe lang ze waren of wie het aantrekken was begonnen voor de gelegenheid taart in vieren
slingers, en uitgepakt hadden we met wijn, in uitgekrabte hoeven klonken om het hardst,
beloftes elkaar plechtig nooit meer bang te zijn voor de breekbaarheid van dingen proostten hinnikend van het lachen op het springen
niet verleerd, om een stoel te weinig
of andere ontboezemingen

wachtten op bekend terrein, de hoge bomen,
getuigen van oude verbonden. we voelden niet
dat onze tongen zenuwachtig getuite lippen rondden. dampend sperden wij de neusgaten, hapten pijn en jeugd doormidden.
pas toen de avond zich vertoonde
zonder grispend grein verlangen
lieten wij de hoofden hangen. van zoveel losheid
begrepen wij de ontknoping niet

* – josine keppler

‘En, hoe verhoud jij je tot jezelf,’
ze was al binnen voor de koffie
zonder koekje – ik verwacht geen
onverwacht bezoek – ‘Nou, ik
ben even lang,’ was niet wat
ze wilde horen, ze leed oprecht,
verdiende wat respect. Ik vond
wat krenten in de kast en nam
een appel uit de schaal, voor haar,
voor bij mijn koffie zonder taart.
– Zelf had ze niets meegebracht.