De energiereserve
dat je het boek had kunnen doen oppakken
met het oog op iets waarvan je bereid zou zijn geweest
af te wachten wat het zou worden
met een zucht moedwillig laten ontsnappen,
voor je uit kijken,
niet naar links en niet naar rechts
maar recht door het midden
zoals je ogen ooit recht door het midden
in een plafond zullen priemen,
in een houten deksel vlak daarna,
ononderbroken.
Het krijsende knulletje in een knalgele zwembroek
dat langs de kabouterschuimkopjes van de vloedlijn
je kadrering uit rent; de energie
de energiereserve toch aan te spreken
om het boek op te pakken
volgens een levenseigen formule
weer in je doet varen.
Recente reacties