Resultaten voor het trefwoord straat

wildgroei – iniduo

terwijl ik tussen begin en eind verdwaal
terwijl ik mijn losse eindjes vervlecht
blijf ik denken, denken
in gedachten
in herhaling
blijf ik maar denken
dat pijn altijd onzichtbaar is
dat ik me alle moeite heb getroost
voor elke steen
van elke straat
en in elke voeg
proef ik de sintels
uit het vuur van mijn wildernis

geblazen glas – jos van daanen

De dagen trokken voorbij. Een bonte optocht
van geleedpotigen, gehoefde gewervelden,
gezoogden en ongezoogden. Koudbloedigen.

Op de voet gevolgd door de weken. Gebochelden,
genodigden, gelovigen en argelozen, gearmden,
gepensioneerden en genezers. Aanverwanten.

En maanden, maanden en jaren langs mijn raam
alsof het geen tijd kostte, geen toekomstvisie
en geen geduld te wachten op een lege straat.

boekenlegger – jan bontje

het is stil
de straat klimt omhoog
en kust de maan
in haar laatste kwartier

luxe boekenlegger
met ijzeren randen
waarop de tijd zich stukbijt

bloedrode rozen
pusvergeelde anjers
vervaagde vergeet-mij-nietjes
kleuren de hemelbedden
blauw
van kou & weeromstuit
staren kaalgeplukte
boomstronken
naar rodeorijdende cowboys
uit Hardinxveld-Giessendam
waar samengevouwde
handen zich
niet om de lokale schietschijf
bekommeren
die meelijwekkervroeg
is opgestaan
om huiswaarts om te keren

stijve harken
die het gras…
(alang alang)
:
het heeft geen zin
(schuift de boekenlegger in de Koffieveilingen)
zegt zij
en rekent af

dissident – hans van willigenburg

Wat ik tot dusver heb gedaan met mijn leven is weinig,
ik heb het niet op straat gegooid,
niet geslagen,
niet geaaid,
niet één keer nauwkeurig bekeken.

Ik houd mijn handen thuis en sluit bij voorkeur mijn ogen.

Wat ik tot dusver heb gedaan met mijn leven is weinig,
nee schudden,
zuchten,
steunen,
uitblazen van niets,
daar ben ik grotendeels mee bezig geweest.

Ik behoor bij uitstek tot de mensensoort dat men oproept te ontwaken
ter verbetering van het een of ander.

Met het leven weinig doen
is iets waarvan ik merk dat anderen dan ik zich er ongemakkelijk bij voelen.

Aangezien ik niet van plan ben me zelf ongemakkelijk te gaan voelen ga ik gewoon door
met het leven weinig te doen.

Ik zeg: laat het maar een opdracht voor die anderen zijn
hun gevoelens van ongemak te leren beheersen
terwijl ik mijn leven alweer niet oppak
hangend in een stoel
volle dagen naar iets staar
waarvan ik niets verlang

het minste een droom of idee waaraan ik zou kunnen werken.

* – erik-jan hummel

alleen je binnen te laten is
een dag werk, want ik denk
de hele avond de hele dag

telkens komt het op mij aan
alsof jij niet bent, en dat
ben je ook nog niet, en toch

dat je helemaal niets doet
als ik je beroof, dat niemand
me tegenhoudt als ik links

loop of schreeuw op straat
het is teveel, ik mag teveel
en niemand zegt waarom

of waar of hoe of waardoor of

uitgedacht, afgemat, nog voor
het fornuis me roept en het
gehakt het koud heeft en het

bed mijn opgevouwen vormen
mist, de klok die me dwingt
althans iets te kiezen

alsof het hele huis me klaar
wil stomen je binnen te laten
om me zo te lozen, en me zo

te dwingen mens te zijn, en
alleen je binnen te laten is
al een verzoek of ik binnen

mag treden en dat we als je
blieft even samen mens zijn
want alleen is het me te veel

* – bennie spekken

een vredige avond
hoe is het mogelijk

geen hond op straat
geen sirene in de verte

vrouw aan de bloedwijn
en ik in haar schaduw

een vuurtje stoken

geruchten en verbeelding – martin m aart de jong

Soms doorloop je de tijd in de stad
trek je weer aan. Koop je wolken
in de winkel voor meisjes die van
wanten weten; meet je stappen op
straat en brult dat je de grootste
bent. Je hijst een moeizaam beeld
van verontwaardiging briest speeches
de raadszaal in en benoemt open deuren
tot vondsten van krakende antiquiteit
-wat dat ook moge betekenen- woorden
hebben hun betekenis jij spelt alles
fout omdat je het zo niet bedoelt. Jij
schrijft alleen als het uitkomt dat je
schrijver bent. Het werd al lang
gefluisterd, zeg je dan.

luisterend oor – bennie spekken

gezellig
met z’n tweetjes
bijkletsen

dat wil zeggen
zij praat
jij staart

het vuur knettert
in de open haard

de liefdesgeschiedenis
van een vrouw

en een man
op straat

die moord
en brand schreeuwt

verhalen van de aarde – maaike klaster

1.
 
Het regent bloemblaadjes, dwars door mij heen en die bloesem
blijft maar vallen. Het is zo wonderschoon om van binnenuit te
worden opgewarmd door een zon die buiten schijnt.

Het stof van de straat kruipt langs mijn huid omhoog als ik word
verwelkomd door het gelach op het plein; vervroegde zomerhitte;
kinderen die spelen in de fontein; hun moeders die aan de zijlijn
staan te kijken. Parasols werpen een schaduw op een Amsterdams
terras, waar het leven zonder die beschutting in de stralen van de
zon opgaat als waterijsjes die kleurrijk smelten.

Hier vind je overal om je heen de wereld waar iemand vroeger in
een boek over schreef.
 
 
2.
 
Er is nog zoveel leven op straat na twaalven. Zomerakoestiek,
gelach in de nacht. Restverschijnselen van een ondergaande zon.
De warmte zit ‘m nu niet in de lucht, maar in tegels.

Leg je wang aan de grond, luister naar het zachte gebrom van
de aarde en val in haar armen in slaap.
 
 
3.
 
Sta op, klop het stof van je kleren en doe net alsof je al wakker was.
Het is ochtend en het licht dat je ziet is jouw wekker, is de zon.
 
 
4.
 
De lucht is vol zinnen. Air zingt: “All i need is a little time.”
Vlaggetjes. Iemand geeft een feestje. Vrienden en een bbq.
Kalme families op een kleed. Mannen en hun pitbulls.

Het stof kruipt opnieuw omhoog langs mijn huid. Dit is hoe ik één
met een park word; hoe het park zich in lagen om mij heen vouwt:
herinneringen aan vakanties in Frankrijk, een berghelling in Zwitserland
met rivierglinsteringen. Ik zie boterbloemen, madeliefjes, ben weer drie,
loop verder, voel het koele gras onder mijne voeten, ben ook maar een
mens, een bewegend, levend hompje vlees, naar liefde op zoek, vind
overal hetzelfde, wonderschone stof, adem alles voor de eerste, laatste,
miljardste keer in, loop verder en zing, een melodie in zomerkleuren,
als in een videoclip aan één stuk. Unfinished Sympathy.

zij – danique corman

geen gezag meer op de straat
 
wanneer het daar voor je wankelt
 
 
gele flitsen behoedzaam gevolgd door groen
krijgt een halt toegereikt
 
 
een uiteinde van het draad
weggevlogen als een dwaas
 
ingezakt en afgevoerd door de wind
 
 
woeste poging om spijkers te verwijderen
wederom een mislukte poging van het kwaad
 
tijd verloren, vrijheid kent het bevel
 
de gevluchte schaduw werd gevolgd
verontwaardigd en onthutst
 
gestalkt werd zij
 

 
begeleidt naar een nieuw gekwel