Resultaten voor het trefwoord stel

een ei moet je goed laten schrikken – pallas van huizen

Als je achter de feiten aanloopt heb je het zelf niet in de hand en laat je het aan
het lot over uiteindelijk verlies je dan op de langere termijn alsnog.
Er is een grijs gebied waarbinnen veiligheid en kosten voor veiligheid elkaar in
de weg zitten. Soms is het beter zo zuinig mogelijk te spelen, soms is het beter
om iets hoger te gaan zitten en met een extra investering je zekerheid, je
informatie af te kopen of te kopen.

(fictie)

Stel er staan een groep demonstranten op het Malieveld te protesteren tegen
het kraakverbod. Zij hebben allemaal azenkrakers zoals Q9, 67 en J8 in hun
handen, en maken opmars naar het binnenhof. De enige manier om die
demonstranten te stoppen is met genoeg druk (macht, geweld) van de politie om
ze zo af te schrikken dat zij niet met de laatste kaart op de river onze azen
(het kraakverbod) kraken. Met andere woorden, om iemand echt te laten passen
moet je hoog inzetten en mag je geen slappe inzetjes gebruiken, als je niet
hard genoeg speelt zullen die demonstranten altijd je azen kraken of de code
van de kluis verbeteren, wees daarom streng maar rechtvaardig als je recht
op de pot hebt en zet zeker niet te zwak in, het is meer een kwestie durven
(die koude plens water over dat ei uitstorten) dan van denken, want je weet
als die laatste kaart er nog niet ligt en het binnenhof is nog veilig
– dat je niet hoeft te verliezen als het op de laatste kaart (de confrontatie)
aankomt daarom is wat dat betreft verdediging je beste wapen om op te eisen
waar je recht op hebt.

(realiteit)

Overigens is de dag dat het pas echt gerechtvaardigd is om het kraken van
huizen te verbieden ook een dag dat er niet meer geruild hoeft te worden,
geen bloed met bloed vergolden meer wordt en de oude wet: oog om oog,
tand om tand vervangen wordt door de wet: gelijke voet, gelijke munt.
Op dit moment nog een utopie voor het grootste gedeelte van de wereld
en dus ook Nederland, helaas.

omgekeerd evenredig – jos van daanen

Als u uw publiek wilt laten voelen dat u vrolijk bent,
gebruik in uw gedicht het woordje vrolijk niet,
zei de beroemde dichter in een uitgelezen interview

stel dat u vrolijk bent van regen in het hoogseizoen,
omschrijf dan uw gevoel in termen van depressie,
ellende of misère, maar gebruik het woordje vrolijk niet

of als het u gelukkig stemt hetgeen de wereld draaiend houdt,
schrijf dan in volle overtuiging dat hij naar de kloten gaat,
maar alstublieft, gebruik het woord gelukkig niet.

En als u in haar ogen kijkt, vertel haar dat het leven
daaruit weggetrokken is, dat haar huid gerimpeld is,
maar gebruik beslist het woordje liefde niet.

kreuzberg – nic castle

You look like Cleopatra, lispelde ik
onverstaanbaar-onweerstaanbaar verleidelijk tegen
mijn bobgehaarde dikzwartpony-bediende
met de zware oogleden. Ze knipperde – zware
oogleden tegen elkaar geklepperd over elkaar heen
geschoven (als waren het kamelenogen) – en
zei, welnu, niets. Ik probeerde het nog een keer, luider.
You have skin I wish I could wrap around
my fingertips my bared breasts like cream,
like oil I want you to wrap your skin around
me like you’re the whore and I a gladiator on my knees.
Ik zag haar nekspieren opzetten, haar pupillen
vluchtig bewegen om een collega’s blik
te vangen. Ik zag haar geduld, doorzag de proef.
Niemand schoot haar te hulp, geen pijlen in
appels in bomen of hoeden, geen schaduw
trager dan de hand die me teniet duwde
en volwassen berechtte met zwaard.
Een ander etend stel – kwebbeljongedame en Oma –
staarde ongegeneerd.
Do you, sprak ze uiteindelijk, lichtjes
struikeltrippelend over de klanken, lippenlikkend,
vingerstillend op haar schort – do you
speak Deutsch?

goldbach vermoedt – arjan keene

Het laat zich eenvoudig zeggen:
elk even getal groter dan vier is
de som van twee oneven priemgetallen.

Andersom is triviaal: de som van
twee oneven priemgetallen is
natuurlijk altijd even.

Dat is ook makkelijk in te zien:
ieder mens is, zoals bekend,
namelijk zelf een priemgetal.
Stel er twee samen in elkaar
en je hebt een even paar.

Maar neem nu elk denkbeeldig paar,
dan, zegt dus het vermoeden,
zijn er altijd twee mensen te vinden
die daar precies in passen, bij elkaar.

Kijk om je heen. Bewijs het maar.