Resultaten voor het trefwoord slapen

fade-out – sabine kars

aan de schemerende gracht
hapert een man
gewikkeld in vroeger

en niemand streelt hem door zijn haren

hij wiegt
zijn verliezende lijf
op de maat van passanten – breekt

de laatste dagen van dit zo besloten feest
waarop iedereen te vroeg ging slapen

en sinds de kruisen binnenstromen
verkruimelt hij – de laatste bomen

barst
nooit meer
in bloemen uit

spiegelmaan – mattijs deraedt

Honderd witte bellen bevolken de nacht,
klitten samen als bubbelpapier.
Uit de watten komt de brul van de cheeta
tevoorschijn, tanden en tong suizen ronkend
voorbij het nest van de ekster.
Verzamelwoede huist in stalen schedels
van kleine knaagdieren.

Een tinkelende rattenkop slaat dubbel en tolt
door de bladeren, recht in de mand van een late fietser
met grijze en gouden lokken.

Achter deze gevels woekeren tuinkers en sperzieboon,
slapen oud en jong, vergeet men te dromen,
slijpt men nagels tot scharen, likt men yoghurtpotjes
vol kwijl en raspt men meloenen tot stof.

’s Nachts slapen, ’s morgens slaapwandelen en in de tussentijd
wandelen. De zwarte krassen van de zomer smeulen
door het geelgeblakerde gras, onze neusgaten in, mengen zich
met de schuimende rook, beukend in onze longen
als in een afgesloten grot.

de eerste abortus – maaike klaster

Als ik slaap, houdt Marilyn de wacht door aan de muur vanuit haar
laag uitgesneden, strak gesnoerde harnas iedereen die binnenkomt
zwoel toe te lachen. Een betere vermomming bestaat niet.
Iemand stuurt zijn kleine haatsoldaten op mij af; ik fluister Norma
Jean in het donker. Zij sust mij met immer gestifte lippen, speelt
voor deze keer mijn grote zus. In mijn dromen red ik haar uit haar
zelfverzonnen gevaren, steken wij samen sigaretten op, branden wij
onze vingers licht. Niemand die ons nu nog zal leren kennen.

Maar ik zag het wel, mijzelf in precies zo’n korset, met net zulke
dikke billen – en dikke pret. Zo heeft zij mij op aarde gezet.

Die eerste abortus, dat was ik, maar mijn moeder zei dat ik na de
late logeerpartij meteen naar huis moest komen, dus daar lig ik.
Te slapen.

apocalyps – b. vogels

ik wil slapen in een groeiend woud
van vier voetbalvelden per uur
met geredde dieren
op een afgekoelde aarde

ik zap door zwarte gaten
koren op een hongermolen
te laat om wat uit de ijskast te halen

orang oetans ijsberen in kooien
het dooit van noord tot zuid
het televisiebeeld sterft uit

en ook mijn voetbalploeg heeft verloren

honing – martin m aart de jong

graaf de sterren nauwelijks licht
er daast een bij langs rode bloemen
overal steekt zij een naald in haalt
er strepen door de liefde mooit

het asfalt van de maan in tienbaans
wegen langs de hemel tooit lianen
met de tijd ze vrijt nooit voor
de grote liefde dient haar eigen

koningin en krijgt daarvoor
een plaats te slapen krijgt
daarvoor een leven lang.

ik moet op tijd gaan slapen – ellen vedder

straks twee opgetogen koppies
aan mijn bed en een grote grijns
en ik voel weer de opwinding

van zachtjes de trap op sluipen
wiebelend het mooi opgemaakte ontbijt
die bloemen in dat vaasje

moeder zei steevast ‘mooi hoor’
en staarde er dan over heen
naar iets heel ver weg,
‘maar dat zul je nog wel leren’

ik moet op tijd gaan slapen
want morgen eet ik verbrande toast
en een ei, desnoods zacht gekookt

taxidermie en goudontginning – delphine lecompte

Om middernacht begint woensdag zonder klokslag
Mijn polshorloge ligt batterijloos op de linkerpoot
Van een opgezette meeuw
Hij is geringd
Mijn polshorloge doet al twee weken alsof
Het al twee weken kwart na twee is.

Kwart na twee is niet ondraaglijk
’s Nachts slaap ik meestal
’s Middags kijk ik naar mijn muze
Die iedere dag van twee tot drie
Mijn zakdoeken strijkt.

Ik kan niet slapen
Omdat ik verkouden ben
Omdat ik denk dat ik onverbeterlijk ben
Ik vraag mij af hoe dik de taxidermist was
Die mijn geringde meeuw heeft opgezet.

Woensdag gaat hardnekkig verder
De merels zingen
De gepensioneerde stierenvechter tiert
Tegen een vuilniszak
Dat zijn zoon ‘een ondankbare, gokverslaafde,
nierfalende bastaard is’.

Alle zoons zijn gokverslaafde bastaards
Voor ze zelf vaders worden
Worden ze geen vaders dan volgen ze
Een avondcursus taxidermie
Als ze slagen worden ze alsnog vaders
Tegen beter weten in noemen ze hun dochters Brigitte of Nicole.

Ik denk dat de taxidermist
Die mijn geringde meeuw heeft opgezet
De graatmagere vader is
Van een Nicole zonder betrekkingswanen
De moeder van Nicole heeft in Utrecht zelfmoord gepleegd
Na een symposium over goudontginning
Ze was de op een na belangrijkste spreker.

in het oude woud – b. vogels

in het oude woud
wordt niet gerekend
er is op en ondergang
voor en na staan
in het hout getekend

je weet niet hoe oud je bent
hoeveel keer je nog moet slapen
wanneer de winter winter wordt

er is geen goede oude tijd

demp – bennie spekken

tussen slapen en waken
in het tikkende bed

hart van slag
de regelmaat van een klok

zij heeft de tijd
de wekker onder het kussen

gestopt

appeltaart en dode schrijvers – hanny van alphen

of ik nog een keer langskom, vraagt ze
’t liefst op zondag, dan bakt ze appeltaart

ze veegt haar handen aan haar blouse
en schaterlacht om iets
dat uit het niets haar brein bespeelt

ze pakt – de hand van god – en streelt de kaft
dood, zegt ze, alle schrijvers zijn dood
ik ga nu slapen, geef jij de kat wat eten

ik slik op tijd mijn woorden in