Wandelen langs de Vecht
erover met het pontje
lang buiten zitten
gelezen, koffiedrinken
eitje eten en een hele lange zoen
en net las ik een verhaal van een schrijver
die een prachtige vijfenveertigjarige bloeiende
sappige levenslustige seksuele opwindende stralende
schoonheid beschreef en zag ik je alweer voor me
Resultaten voor het trefwoord schrijver
Dat ze het niet aan zou kunnen,
voor de kat zou gaan denken.
Niet-wetende of het nacht of ochtend is.
Dat is de reden, daarom werd de schrijver boos.
In haar belang, groot of klein:
Als hij iets verkeerd gedaan heeft
dan was het uit liefde.
Op aarde smeekt de regen,
de zon spreekt in zeven delen.
Zoiets zou niemand doen, behalve als je wist
of erger nog als je wil.
In taal zal zij altijd blijven leven,
dat zal hij altijd blijven zeggen.
De wereld verandert, gevoel idem dito.
Alleen de herinnering blijft.
als schrijver
dichter desnoods
doe je maar wat
maakt niet uit
waarschijnlijk precies
volgens de regels
als lezer heb je
altijd gelijk
zeker zonder
empathisch vermogen
een leven met inkt geschreven
vreemde tekens in een schuttingtaal
graffiti op de muren van een pissoir
na jaren vervaagd zelfs onleesbaar
doen vermoeden dat schrijver dezes
onaanraakbaren dragen de kist
voorop de man met de hamer
gerechtsdeurwaarders in frak
zingen een lied vol nostalgie
hier wordt een encyclopedist
stijlvol ten grave gedragen
voor M.V.
Hoe kon je weigeren haar ‘friend’ te worden?
Haar ‘ava’ toonde smeltende ogen, smachtend en onvervuld.
‘Leuk dat ik je vriend ben!’ tikte ze op de chat.
Vooral dat uitroepteken kwam binnen.
Ze hengelde naar iets van jou, de schrijver..
‘Waar doe ik je aan denken? Benieuwd.’
Terstond vlogen je vingers over het toetsenbord.
Je beloofde haar een gedicht.
‘Heb je al wat?’ vroeg ze twee weken later, uit het niets.
Je aaide de kat en twijfelde over de te bestellen pizza.
‘Nee… Maar zeker niet door gebrek aan inspiratie!’
Telefonisch bestelde je de Vesuvio in plaats van de Margarita.
En verheugde je op de olijven en de scherpe salami.
‘Een gesprek op FB is toch niet serieus?’ vroeg zij.
‘Mee eens,’ tikte je terug.’Volledig mee eens.’
Geruisloos verdween ze uit je leven met een laatste
smiley.
een kloof is de afgrond
die ons met elkaar verbindt
sloof is een vermoeide vrouw
die ondanks alles
iedere dag opnieuw begint
rood, preekt de communist
die de waarheid verkoopt
voor stront die niet stinkt
doof, gebaarde de schrijver
en vulde z’n pen
met Oostindische inkt
ik droomde vannacht dat ik een gevierd schrijver was
een rijk oeuvre bij elkaar had geschreven, vooral veel
proza, een enkel toneelstuk, meestal een bewerking van
en met de poëzie kon ik met de besten mee. Ingewijden
bejubelden me of waren juist uitgesproken kritisch. Toch
spraken ook zij nog respectvol mijn pseudoniemen uit.
Op het punt door te breken ook bij het grote publiek
Stond ik, omdat ik zojuist mijn eerste thriller had af-
geleverd. Ik ging casual gekleed, ik zat aan bij links
Nederland waar ik de kots halfhoog in mijn wangen
een enkele Spaanse dichteres aanhaalde met zinnen als:
“mijn honden rukken rode kabels uit je gronden”. En
met links en rechts nog wat ge-ici voor de heren (vooral)
critici, die me minzaam maar geconcentreerd aanhoorden
was mijn hachje gekocht, mijn bedje heerlijk gespreid
Ik kon mijn geluk niet op, zelfs die ene, verwoestende
Meid, jij, beminde me.
Nestwarme argwaan is nabij. In dit kale schrale midden van
de oostkust hunner Mare Nostrum aanhoort hij koren waarvan
niets hem kent. Hij vermoedt het ogenblik dat er geen splinters
meer in zingen haken, er liederen op komst zijn als meisjeszachte
lendenen, die barmhartige treden zullen bestijgen. Maar buiten,
waar ezels rond gaan over de gerst, besluiten mannen met loden
verledens te denken in bijlen. Hamerslagen weergalmen. Van
terechtstellingen met publiek moet hij eigenlijk niets weten.
“Waar moet ik vandaag op letten, schrijver?”, vraagt hij. “Hoe
ging Valerius Gratus hier mee om?” Niet cirkelt zich om wanhoop
vreugde. Er zijn nog volop leugens te betwisten. Gepeupel juicht,
hogepriesters grijnzen. Al is hij dan niet meer dan een passant,
geschreven blijft wat hij geschreven heeft. “Alles komt voor wie
rustig wachten kan,” peinst Pontius Pilatus als hij zijn handen
en tussen het beton weerkaatst
nog eenmaal het geluid
van de laatste vogel
in zijn volledig uitklinken
galmt lang na in herinnering
van volle takken in gezang
en de ochtendnijver van een schrijver
die menig schreeuwlelijk vervloekte
als deze de stilte verstoorde
en zijn glorierijke gedachte
in dit godsgeweld
werd overstemd
Recente reacties