In het eden ontspringen drie rivieren
Met elkeen hun voordeligste vloed:
De eerste doet jouw praal zegevieren,
En watert met kroon Iduna tegemoet.
De volgende rivier, vertelt mijn naam,
Licht kabbelend over leem en rots;
En de laatste mengt jou en mij tesaam –
Liefde stelend van het zachte geklots.
Resultaten voor het trefwoord rots
Hoe hol vormt de klank zich van de muur
naar wie er zijn hoofd hard tegen legt
om stuiterentwille?
Veert lucht? Het opgerolde elastiek
waarin men denkend aan de rots
zachtheidsgetrouw?
Gaat heen. Daalt af. De berg
verloochent het mos. Oprecht
maar eerlijkheidshalve.
de jol dreef verder af
opgepikt door een golf
nieuwe horizonten kondigden zich aan
“Indië o Indië,
Nooit zal ik u weerzien!”
we schrijven het jaar 1620
zeemonsters teisteren nog in naam van Neptunus
Terra Incognita wordt aangedaan
uitgeput sleept hij zich voort
niets dan rots en kiezels
geen bomen, stromend water, fauna
en hij mergelde steeds meer uit
een schim nog maar
zo is hij aan zijn einde gekomen
niks heldendaden…
geen gejuich…
geen journaal…
niets
Een grote overhangende rots
daaronder het kamp voor de komende dagen
uitzicht op de steile heuvels
bekleed met groen
laaghangende wolken
hout verzamelen
het vuur
dat niet meer uit zal gaan
onder ons de grensrivier
waar de smokkelaars
met de contrabande op hun rug
de trappen des doods beklommen
het natte hout eerst drogen
houtskool om te roosteren
grote blokken voor de nacht
de werkplaats van Vulcanus
regenwater sijpelt door de rotsen
daags omhoog voor voorraad
hout
het ritme van de dag
ons venster op de wereld
klein maar oh zo weids
de geluiden
geuren
de laatste voettocht
ontregeld
als de tienduizend
naar de bewoonde wereld
de snelweg gaat te hard
in de stad klinkt het alsof
ik weer kan horen
ik bak mijn brood met groot geduld
wachtend op een wonder
worstel met een tros ballonnen
zakken met mijn lucht gevuld
overal een soort van woord
& verder niets
het is geweldig, leven op de rots
& sluipend tussen zonnestralen
ben ik de grote ademhaler
Recente reacties