Resultaten voor het trefwoord rijmen

ver heen – tibbes punt

Onze wereld eindigt hier
naast de deur van het ontwaken
staan de wachters klaar in rij
zij rooien wat niet groeien kan
in daar en wij waar
het pad marcherend blijft herhalen
en niet rijmen kan en delen te ver
het kind opgooit met
uitgestoken handen
om vast te houden
onderweg.

arnhem, stationsplein, september 2001, de elfde voorbij – hans mellendijk

Is dit plein
een brug te ver?
Is dit teken
een eindsein
om te vertrekken
naar het zijn,
nieuw verleden,
of om tijd te rekken?

Is de brug
een plein dichtbij?
Is dit richting
een zuchtkuch
van tien pond grutten,
in wezen
oude verlichting
of om in te dutten?

Is dit sein
een brug nabij?
Is de binding
Een scheerlijn
om aan te kleven,
het ware
mens’ uitvinding
om te kunnen leven?

Is dit orakel toch niks meer dan
wat verschoven regels en woorden?
Is dit, daar het dichtgoed rijmen moet,
opbouw en afbraak spiegelend,
door geschuif betekenis krijgt, inboet
of godallahmachtig,
slechts een anekdote uit verleden Arnhem?

Johnny Kraaykamp speelt avondstollend mooi King Lear.
Daarna dolend bomen over het nu en hier.
Johnny van Doorn indachtig,
klinkt galmend over het plein gegleden, de stem:
‘Is this square a bridge too far?’
Een vraag toen klip-en-klaar.

Nu jaren later zie ik cynisch op afbakenende palen.
Het bordje ‘Hier wordt vakkundig gesloopt door Van Dalen.’

zonder titel – dirk wolters

En daar, die man, die zit daar al een héle tijd
met onverzettelijke moed te schrijven

hij legt de laatste hand aan een gedicht
waarin hij, ergens aan het einde
– als het meezit

zal proberen
niets
op niets te laten rijmen.

* – benne van der velde

En zo wordt het langzaam vroeger
tot ik nog niet van wachten weet,
wij met ziel en zaligheden zweten
met meer van nu in het verschiet.

Na hoogtepunt na hoogtepunten
kom ik voor de eerste keer,
vertik ik uitleg aan te leren
en krijg het rijmen met jou door.

Tot ik een vers voor je probeer
van later toen we wijzer waren
is het fijn om door te draaien
naar vriendje na papa en man.

Nu wij lang en gelukkig leefden
ben ik altijd al gek op jou,
van onze laatste adem samen
tot voor ik je ooit weer herken.