na het rigoureus vermijden
van alles wat des vlezes is
gecensureerd tot op ons bord
heeft men zich vergrepen aan de haren
tot bij de wortels van het verlangen
aan banden leggen, die handel!
bedekken met kappen, pruiken
en windsels, van tonsuur jazeker
tot en met kaalscheren op het bot
toch wint waar de wind onbestendig is
hij rooft na de zotskappen van de
maatschappij nu ook de kopdoeken
van het geloof – hun zwerfvuil geland in
een donker bos, bij weggeworpen
heiligenbeeldjes en verroeste kettingen
intussen wij weer eens door de mazen geglipt
ons gezicht in de ochtend zonnegebaad
gretig beboterd een boterham
met dubbele ham en koffie fors
niet die afkooksels van regels en waarden
uit strakke adamsappels en dito pakken
zie de krijtlijnen van een nieuw stramien
hen op het lijf geschreven als
tuinwijken naar amerikaans model
rijstvelden die harten verblijden en
monden voeden, de tirannie van rechte
lijnen, fijne puntjes op een rij
dertien per lopende centimeter
wat zich niet schikt?
verdrinken in een zwart bad
vergeet het!
de volgende hittegolf komt eraan
we schenken ons nog een kop koffie
Recente reacties