Resultaten voor het trefwoord prima

radarloos – anouk smies

Ik ben niet uitgesproken
Er varen geen boten met slijptollen
langs de kieren van mijn brein
er is geen lijn

om u aan vast te houden, geen bouten
geslagen door de botten van mijn woord
wel splinters en veel touw

Wind waait er en wieken vol spuug
van opgespaard venijn, randen lijm
aan afgekloven nagels
Zo spaar ik zegels van mijn eigen vel
het boekje vol en u weet het wel

een nieuw idee door het kanaal
gekoeld de gehoorbuis in
Veel kabaal. Weinig wol, sjaal
of mouwen aan een arm

maar in de winter
kan het prima toch
Ik doop u in de vitaalste bron
en hou u met mijn best doen warm

plooibare zesde naamval – ploos

plooibare zesde naamval
niet meer zo maar
van je zelf mooi en vrouw

onbevangen vooroverbuigen
praten met armen
en benen ook
rimpelloos
alles prima voor elkaar
en over

daar komt
gekruist de ledematen
de ablativus absolutus
eerste vreemde rouw
om de ontrouwe syntaxis van lijf en leden

bij toeval zie je in oneigen ogen terug
de rimpeling
zeg maar gerust
royaal meanderend het craquelé

tussen wat je zelf nog altijd glad denkt
is het voor ieder ander zichtbaar
zo zien ze je
jij ziet alleen je eigen jongere verleden

 


Toelichting: herplaatst op DichtTalent november 2009. Voor Marjolijn Februari