Resultaten voor het trefwoord priemgetal

het jaar 2-0-11 – ad van schijndel

11 is een zeer bijzonder getal,
opgesloten tussen 10 en 12,
tussen de heiligheid en de volmaaktheid
van de tien geboden en de 12 apostelen,
is 11 in de eerste plaats een spiritueel getal,
het getal dat de waarheid zoekt in de zelfverlichting,
kort bij huis, niet te ver van je bed,
in een mengeling van rust en vrede,
én verwarring en verbijstering;
de11 kijkt ons diep in de ogen
want wil de waarheid vinden
achter onze stoffelijke, materiële wereld.

11 is een priemgetal en een palindroom,
want alleen deelbaar door 1 en zichzelf
en ook omgekeerd blijft het trouw aan zijn waarde:
11 is 11, hoe je het wendt of keert
en datzelfde geldt voor 11 keer 11 (= 121)
en 11 keer 11 keer 11 (= 1331),
het is de lepel, de pap, de Otto, de Anna,
ja zelfs de reteveter onder de getallen
en daardoor kent 11 zijn magische verschrikking
want 11 bijt zichzelf voortdurend in zijn staart.

niet voor niets speelt 11 in de omgedraaide wereld
van het dagelijkse leven een grote rol
en is 11 het getal van de gekken, van carnaval,
van de raad van 11, en wie te elfder ure aan komt zeilen,
vindt de hond in de pot of een vreemde in zijn eigen bed.

2011 is voor burger, baas en staat een dubbel lastig jaar
want 2 = 2 en 11 is een 2-trilling, want 1 + 1 = 2
en 2 staat voor het vrouwelijke beginsel
van zachte spiegeling, meegaand en ontvankelijk,
maar 2 kan evenzeer bedreigen, manipuleren en bedriegen
en al doen wij het vaak anders:voorkomen
wie manipuleert, heeft de macht in handen.

(Dus, beste lezer: wees dubbel attent in 2, 0, 11!
Sper beide ogen extra open
en luister naar de klank van de tijd!)

goldbach vermoedt – arjan keene

Het laat zich eenvoudig zeggen:
elk even getal groter dan vier is
de som van twee oneven priemgetallen.

Andersom is triviaal: de som van
twee oneven priemgetallen is
natuurlijk altijd even.

Dat is ook makkelijk in te zien:
ieder mens is, zoals bekend,
namelijk zelf een priemgetal.
Stel er twee samen in elkaar
en je hebt een even paar.

Maar neem nu elk denkbeeldig paar,
dan, zegt dus het vermoeden,
zijn er altijd twee mensen te vinden
die daar precies in passen, bij elkaar.

Kijk om je heen. Bewijs het maar.