Die luchtkussen volstaan niet meer en mijn gekwijl
op extra kussens is een veel te oud geworden truc.
“Kreun” – stripheldstijl.
Iemand moet mij komen redden, want op eigen kracht
kom ik nu de bank niet meer af.
“Zucht” – miljoenen vlinders op de vlucht.
Nee, dat is geen mooi metafoor. Dat is iemand die ligt
weg te kwijnen in haar eigen kwijl.
“Help!” Nu is het genoeg. Ik ga op zoek naar ander voer.
Misschien had ik het mis, heb jij nooit iets tegen mij gezegd.
Misschien besta jij niet echt, was dat een UFO, een
luchtspiegeling, niet een vliegtuig waar ik jou in gedachten
in zag zitten, waar jij over vertelde met een lach; niet
vanwege het vliegen, maar vanwege mij. Misschien heb ik
mij vergist. Dat kan altijd. Kijk maar. Zie jij mij? Precies.
Uiteindelijk was ook ik niets anders dan een Fata Morgana
in jouw woestijn. Kom maar dichterbij: Niets! Want ik
besta helemaal niet. Dat had je uit verveling verzonnen
toen je midden in de nacht moe en alleen (dat was je toch,
alleen?!) thuiskwam en daar, onder de deur van jouw
eenmanskamer doorgeschoven, een boterbriefje vond. Dat
heb ik nooit geschreven. Dat dacht je maar. Dat wilde ik
jou nog even laten weten.
Resultaten voor het trefwoord per
door bloemkool
ben ik niet langer boeddhist
besef ik in de klauwen van de nacht
onder een boom met ambitie
sprokkel ik eikelhoedjes
één per française
leg ik je hemel bloot en fluister
brokstukken door de dampkring
de nacht likt sleets zijn koele staart
Recente reacties