Resultaten voor het trefwoord opnieuw

ik die zich razend zoemt – harry m.p. van de vijfeijke

Ik heb een smaak van jaren opgemaakt.
Met velen deel ik aangedaanheid door het klein
voorjaarsverhaal, vandaag de minieme kroontjestulp die fier
in voorjaarswind en zongebed zich als saffraan zo fijn onthult
en voor het almaar opnieuw beginnen staat.

We zoenen, en we zoenen het seizoen.
Ik, afzonderlijk gewonden om een dunne lijn,
al jaren, ik zal in dit voorjaar ook een smaak belijden
die jou, mijn zonderlief, aangaat, hoogsteigen schepsel.

Ik verbeeld je bloei in wit opgesneden bloemblad neergelegd,
je zachte bed dat wijkt, ik de bij die zich razend zoemt,
dol tussen dij en dij.

hervalueren – pallas van huizen

Stap uit de malle molen
je zit erin
je laat je koeioneren
bang je gezin te verliezen
bang je schulden niet meer te kunnen aflossen
je belast jezelf te veel
verwijt je partner
kan geen kant op
terwijl je te veel druk krijgt van buitenaf
sta eens stil
en loop opnieuw in de maat

huisgenoot – pallas van huizen

Ze weet het, ik weet het, we kunnen er niets aan doen
we proberen, proberen, maar de liefde, de liefde

kent geen genade, geen afspraak

slaat telkens weer opnieuw toe.

cirkelkinderen en kringkrengen – delphine lecompte

De kinderen zitten in een kring
Ze zijn ontelbaar
Want je begint bij een jongen met een rode kraag
Maar je vindt hem nooit terug
Hij heeft zijn kleren misschien gescheurd
Of zijn ze gewoon van kleur verschoten?

Je telt opnieuw
Begin nu maar bij het meisje met de hazenlip
Maar je wil haar niet terugvinden
Misschien heb je de verminking gehallucineerd?
Of anders hebben de andere kinderen de zwakkeling geëxecuteerd
Dat kan ook, alles kan in deze cirkel.

Kind 1 wordt imker, kind 2 ongelukkig
Kind 3 wordt visser, kind 4 verzamelaar van vingerhoeden
Kind 5 zal zijn ouders vermoorden met voorbedachten rade
Eerst zijn moeder met een camouflageplant
Veel later zijn vader met zijn moeders tuinschaar.

Kind 6 wordt grafoloog, kind 7 geniaal
Kind 8 morgen dood, kind 9 valselijk beschuldigd
Van 33 paardendiefstallen en vandalisme in een kerk
Kind 10 probeert straks een Mongoolse stam wijs te maken
Dat hij sjamaan is, de echte tovenaar is ziedend
En maakt hem onomkeerbaar potdoof.

Kind 11 zal zijn vrouw bedriegen met een dermatoloog
Kind 12 wordt taxidermist ondanks de bezwaren
Van zijn bipolaire schoenmaker en diens teckel
Kind 13 zal glas blazen, kind 14 hoog van de toren
Kind 15 zal zich specialiseren in de vervalsing
Van amfibische amuletten en krokodillenbroches.

Kind 16 zal verdrinken vóór hij ‘BOEI’ kan spellen
Kind 17 zal wanneer hij 50 wordt wensen
Dat hij een viriele sterrenkundige was
Kind 18 zal 2 miljoen winnen
Met een vraag over Neptunus
En kind 19 stikt hier en nu in een bij.

bevrijdingsdag – elize augustinus

ik zal strijden, ik zal vechten
moet ik het echt nog uit gaan leggen?

ik zal strijden, ik zal vechten
totdat ook ik zal kunnen zeggen
morgen, morgen is het vijf mei

ik zal blijven strijden
ik zal blijven vechten
moet ik het steeds
opnieuw weer uit gaan leggen?

dat ik zal blijven strijden
geen vuur zal staken
totdat ik zal kunnen zeggen

morgen, morgen is het vijf mei
ook voor mij is het morgen vijf mei

muze – jelou

Ik heb het wit gekierd

voorbij het dralend peinzen
een zinsnede gegrift

behoedzaam kartelranden
geraffineerd ontplooid,
opdat jij geen kwetsuren

Ontwaak en daag mij licht

verwek verscholen woorden
tot een herboren beeld

mijn handen vruchten dragend
langs lijnen ongevuld,
het wit opnieuw bezieling.

schobbejak – hanny van alphen

gestruikeld en zeven maal geslagen
opgestaan hetzelfde beleven
de ene stem zal de andere vergeven
en opnieuw om absolutie vragen

verwijd de pupillen achter jampotglas
van huizen de ramen zwart omkaderd
verbergen huiden dicht genaderd
huivert een hoofd in stoppelgras

vergeefs de schuldenaren gezocht
luistert het nauw gezien het verlopen
van licht dat zich langs blinde muren vocht

het avonduur brak aan ijskoude grond
de wind telde zeven verloren knopen
krimpend aan de lek waakt een trouwe hond

ik heb laarzen om aan te trekken en wraak te nemen – delphine lecompte

De orgeldraaier heeft helaas geen aapje
Geen aapje in een groene salopet
Met een gaatje voor zijn staartje
Dus kan het aapje geen dobbelstenen werpen
Naar imkers met een bontmuts
Noch naar de ontblote schouders
Van over het paard getilde molenaarsdochters.

Meestal zijn het molenaarszonen die
Kop van Jut zijn
Zoals in De Gelaarsde Kat
Maar ik dwaal af
Ik was nochtans zo goed begonnen..

Het begon met een orgeldraaier
Hij stond zonder beroepsvreugde op de dijk
Hij hield niet van mij
Want hij had nog lesgegeven aan mij
Plots verscheen mijn muze
Maar in mijn droom had hij geen twee benen
Hij had een enkel een linkerbeen.

Toch werd het geen nachtmerrie
Niet meteen
Het werd pas een nachtmerrie toen ik wakker werd
Ik werd wakker alleen en
Toen ik mijn muze opbelde hoorde ik
Op de achtergrond een vrouw
Ze klonk Duits, orgastisch, en competitief.

Maar ik geef mij niet gewonnen
Ik lees een sprookje en
Put moed uit de moed van Klein Duimpje
Nog voor de zon ondergaat is mijn muze opnieuw van mij
Of een been kwijt.