Resultaten voor het trefwoord opa

oma’s ogen – martin m aart de jong

op het graf van mijn oma ruist de wind
papieren dromen op ze fluisteren over
stille kracht en hoe je door de kampong
liep om te gaan zwemmen in de kali

en in bomen klom je deed alles
wat niet mocht alleen maar ja
je deed het toch passeerde
tijd en hoe de meester zei

op school wanneer je iets niet
wist oh jij garnalenkop
z’n gezicht kwam heel dicht
bij je. Ik weet nog hoe je levend
was je ogen vol verwachting om
wat was geweest stond je je

blijdschap uit te stralen
schaterend soms en hoe ik
begrijpend knikte zweeg
het verhaal al in mijn hoofd
vermalend en nog niet wist
hoe alles op te schrijven
ik dacht dat het zolang
geleden was het was alsof

de aarde was ontstaan
en jij en opa toen
de eerste mensen waren.

vmbo – jan holtman

En als ik dan hoor dat
haar vader overleed
toen ze twee jaar was
en de nieuwe vriend
van haar moeder haar
sloeg tot opa en oma
haar uit huis haalden
omdat ook de vriend
zich dood had gereden
in een laatste poging
de liefde in een Opel
oneindig te maken
lees ik maar niet verder
en over de fouten heen

weg – bart pinnoo

Dromen verstard in hun kracht
bewolken de hemel.
Drijfveren zitten vastgeroest
in hun horlogekast.
Het zicht naar de toekomst
hangt in een te klein kadertje.
Een slingerende weg
vervaagt in de zontrillende lucht.
De glinstering op het water
staat stil in de wind.
Het filmroleind rikketikt
tegen de projector.
Een baby grabbelt
naar het glas met opa’s gebit.
Tegen de avondpastellen
ontvouwt een reiger
traag zijn vleugels,
klaar om op te stijgen
uit het grijpende riet.
Alleen.

pvv – joost van gijzen

Je at altijd je bord leeg –
dankzij je opa en oma
had je alsnog de oorlog meegemaakt
Maar wat moet mensen overkomen zijn
willen ze hun lánd niet weggooien…?

vrije val met opa – martin m aart de jong

Er moet een dag zijn dat het anders is
dat ik het raam uitstap de vaste grond
weg zakt, een vrije val van 30 jaar
me jonger maakt dan ik al ben.

“Opa”, roep ik, en hij zwaait
terwijl ik val. We lachen
zoals we deden toen we elkaar

voor het laatst zagen, maar nu
met een blije blik vol herkenning.
“Ik heb je toch gezegd, dat alles
goed zou komen!” roept hij naar me.

We vallen, en we lachen en we blijven
vallen met de tijd die nooit stopt.

de weg naar woorden weg gewist – martin m aart de jong

Ze maken trage woorden tegenwoordig
met een glazen stem om doorheen te kijken
zodat je verdwaalt in fragmenten wanneer
je stuk voor stuk van de stemband springt.

Daarom wil ik liever nooit meer schrijven
dan de vijftig meter binnen zes seconden
breek ik liever de trouw aan mezelf dan ja
te zeggen tegen een jij die al kapot is

wanneer ik het opwindhorloge van opa
van zolder haal en in mijn vestzak stop
zodat het lijkt alsof opa mij uit de knoop

– schat je hield toch van me zoals ik was? –
ik was vroeger een ander en ouder dan
nu. Maar ik keek niet op een glaasje meer.

ontmoeting met mijn moeders vader – gerda blees

De zwarte mannen in hun overhemden
Zijn zoals mijn opa in de jaren vijftig
Lijkt me

Stille borsten
Beleefd en bescheiden
Naar verhouding welgesteld

Hij, mijn opa
Op de foto’s in de jaren vijftig
Droeg hij altijd grijze truien

Of ik op hem lijk
Stil ben ik wel
Graag draag ik grijs

vaders pijp – herman grouwels

Mijn vader rookte met enige stijl
zijn met teer besmeurde pijp, bruin doorbrand.
Joeg gretig, als was ‘t voor zijn zielenheil,
de witte slierten door het hele pand.

Geen wilde shag uit een exotisch land
maar eerlijke tabak, grof versneden.
En zo bleef hij hondstrouw, deed hij gestand
aan zijn banale dwangmatigheden.

De pijp is uit , een kleine brand vermeden.
Als stille getuige siert ze de kast
Mijn vader, veel te jong overleden,
verdwenen, maar zijn beeld onaangetast.

Kleinkinderen staren naar ‘t relikwie
met open mond en vragen : Opa wie?

familiemacht – gronama

Van baby tot aan opa
in fel trainingspak gehuld
brult familie zich een weg
door vele medeburgers
in de smalle winkelstraat
één strakgesloten linie
en tot misdaden in staat.

mijn opa – m. bakker

Toen ik opa vroeg een gedicht
te schrijven kwam hij met
het woord ‘fantasie’ en verder
alleen wit want volgens hem
zit de mooiste poëzie
in het hoofd van de lezer