in mijn ogen schuilt een kind
het voedt zich met volwassen tranen
vindt de glijbaan naar mijn mond
ik heb de smaak te pakken
verdriet is niet loslippig
het is kwelwater in de keel
de bron zit dieper
in de bodem huist een kind
in mijn ogen schuilt een kind
het voedt zich met volwassen tranen
vindt de glijbaan naar mijn mond
ik heb de smaak te pakken
verdriet is niet loslippig
het is kwelwater in de keel
de bron zit dieper
in de bodem huist een kind
De waterige oogopslag van supermarktkassameisjes
is onderdeel van de klantbeleving.
De filiaalmanager kijkt even om de hoek
van het schap of hun ogen nog wel waterig
en hopeloos genoeg in het oogvocht zwemmen.
Er zijn veel klanten met brood en een pot augurken
die er niks meer bij kunnen hebben,
die het neersmijten op de rolband
en aan de rand van wat ze aankunnen
aanschuiven in de rij.
De manager weet: hun omzet telt ook mee.
En zij lopen pas door de schuifdeuren geheel tevreden
als er niets is geweest,
geen aanzet,
geen aanwijzing,
geen aandrang
tot een glimlach die vragen oproept
over richting en oorsprong.
ergens zal alsem zich een weg banen
in ondergrondse stromen, vertakte aders
van holle bomen onder de Linden
of misschien wel naar het Leidseplein
zal het vloeien langs muren van de metro
terloops ontspringen uit een rugtas,
voert het langs een draad onder rokken
van ingelijfde of onderdrukte vrouwen
ligt de oorsprong soms aan ieders voeten
ooit gezet tegen beter weten
op het pad van bloedende stenen
kruislings geslagen in pulver en as
Recente reacties