een merel zong Ständchen, een alt iets
over een heide, stil en zo ver
harmonie en dissonant in een duet
dat een engelenkoor overtrof
afgunst besloot dat iemand moest boeten
en de film opnieuw zou draaien
te beginnen bij de introductiescène
alsof alles nog pas gisteren was
de draden slijm toen je huilde
of ik dan niet meer van je hield
en het juist was omdat ik zoveel om
je gaf, maar zeggen kon ik het niet
het nachtenlange zwerven
door lege straten en langs havens
van drank naar rood licht, bij vlagen
wetend dat ik mij niet aan moest stellen
en steeds weer het onvermijdelijke
van niet tot daden overgaan
wat ik al die tijd van binnen
wel had geweten
Recente reacties