bakvet stolt in de koekenpan
resten roomspinazie kleven aan zijn lepel
halfdood-gepolijst
de schaduw onder zijn ogen
een grimas
gevoelstemperatuur nul
koffie lekt in de gootsteen
lege tranen vullen lege pijn
gewoontes sterven af
de herinnering slijt
op de achtergrond is het windstil
onverschillig het weer zonder eind
meneer heeft geen keuze
eet zijn avondeten bij het ontbijt
Resultaten voor het trefwoord ontbijt
Vandaag is misantropie aantrekkelijk
Voor de dadaïst in Kaapstad
Hij is op zoek naar inspiratie
En een goedkope beenprothese
Voor zijn vrouw, ze snakt naar evenwicht.
Deze ochtend werd hij gewekt
Door zweepslagen op een welpenflank
De welp was stom, de beul een albinoman
Er waren ook toeschouwers
De meesten waren arm en in januari geboren.
Niemand stopte de albinoman
Hij staakte zijn ranselen vanzelf
Toen het leeuwenjong bezweek
Na zijn theeloze ontbijt vindt de dadaïst
Een beenprothese op de drempel
Van een geïmproviseerd bordeel.
De dadaïst vindt twee hoeren
Met slechts een linkerbeen
Hij neukt ze beiden
Een beetje tegelijk, een beetje kwaad
Dat ze spotten met zijn onbesnedenheid.
Na de betaling voor de schertsende seks is
Misantropie onvermijdelijk voor de dadaïst
In zijn hotelkamer probeert hij de beenprothese
In zijn valies te proppen
Het been breekt in twee.
De dadaïst huilt
Wanneer de zon ondergaat
In Kaapstad zijn alle ondergangen mooier
Dan zijn collages en borstels thuis
Toch vangt hij enkele vliegen
Die cirkelen boven de vermangelde welp.
Terug in België verwerkt hij
De vliegen in een misantropische collage
Hij houdt niet meer van zijn labiele vrouw
Maar wel nog van zijn morsige zelfheid.
straks twee opgetogen koppies
aan mijn bed en een grote grijns
en ik voel weer de opwinding
van zachtjes de trap op sluipen
wiebelend het mooi opgemaakte ontbijt
die bloemen in dat vaasje
moeder zei steevast ‘mooi hoor’
en staarde er dan over heen
naar iets heel ver weg,
‘maar dat zul je nog wel leren’
ik moet op tijd gaan slapen
want morgen eet ik verbrande toast
en een ei, desnoods zacht gekookt
In hotels worden we weer mens
we vrijen al bij binnenkomst
zo gretig als de inspectie daarna
van de minibar die we rijkelijk
vullen met meegenomen dranken
en handdoeken verdwijnen in
koffers ongebruikt toch te veel
en ook de zeepjes gaan mee
want thuis gebrek aan alles en
als we dan eindelijk op de dag van
vertrek op tijd voor het ontbijt zijn
eten we voor de hele dag en geven
we een fooi aan de kamermeisjes
uit Tunis die als geen ander weten
dat wij ook kippen hebben geslacht.
Ook als de postbode voorbij fietst
loopt hij naar z’n brievenbus waar
door de sticker geen reclamedrukwerk
op een woensdagmiddagkrantje na
zelden iets te halen valt en dan zet hij
thee en vouwt de ochtendkrant zoals
die bezorgd werd en voert de kippen
met het restant van zijn ontbijt.
Recente reacties