Het is al één uur en ongemerkt middag, na nachten doorwaken
en verdwalen in letters op het toetsenbord. Gedachten dwarrelen
nog steeds binnen vanuit sterrenstelsels en gangen van kinderlijk
verleden. Ga weg, gespuis. Maak frisse ruimte voor ijverig gebezem,
blaas stof uit de hoeken van het heelal. Wat is toch dat venijnig geraas
van draaikolken achter de windstilte. Dat schuilt als zuchten of zwijgen
nu eikenbladeren eenzaam wiegen. Dat wortelt als dromen in bomen.
Welke genen neigen naar schurende woede. Zelfs nu het vlees is gepijnigd
tot rauwe biefstuk. Zelfs nu het zowaar routineus avond lijkt te worden.
Recente reacties