Er zijn mensen die in appels geloven en er zijn mensen die in peren geloven,
en geloof me, diegene die in appels geloven kun je niet overtuigen in peren te geloven
en omgekeerd ook niet.
Resultaten voor het trefwoord omgekeerd
Ze trok de gordijnen recht.
De snijdende communicatie, een radio door de dag.
Misschien zijn tomaten toch geen groente.
Uit medelijden verpulvert hij uienschillen vol onbegrip.
Als pratende katten tegen bolle zeilen.
Er is niets dat hij niet zou willen doen.
Fluistert zij voorzichtig tegen de wasmand.
Waarom de groentesoep koud stond te worden,
de kaarsjes al een half uur gedoofd waren,
het geluid van de tv uit stond.
Alleen in stilte hoor je pas hoe leeg het is.
als je hoofd niet omgekeerd zit
is je lievelingskleur vast wel
schuifpui
1.
De zee is er bijna.
Zie je!
Er zijn vliegtuigpassagiers die het water al kunnen zien liggen.
Wij zien hun kerosinestaart, zwaaien de piloot gedag:
Dag meneer in de cockpit daarboven!
Hij laat op die ene witte streep na ons uitzicht blauw achter.
Wij wachten op de zee, die nu bijna hier is,
het strand door de wind vooruit heeft laten blazen.
Nog even en we duiken vanaf het dak in haar onbezorgde golven,
wrijven de slaap uit onze ogen, de laatste korrels van Klaas Vaak,
groeten de morgen.
2.
VENICE BEACH
Alles is omgekeerd.
Gisteren ligt voor me als een geïnverteerde woestijn –
nergens zand te bekennen.
Op t.v. zie ik L.A.,
die oceaan, die zee, de kustlijn die altijd een film blijft
en ik wil in dat water zwemmen, uit golven opstaan,
mezelf op het scherm tevoorschijn zien komen,
aan land gaan, in haar beloftes baden,
dromen achter me laten, alles waarmaken,
vanuit de stad het strand zien liggen en
nooit meer om zand hoeven vragen.
3.
Shampoo tussen mijn haar en hand.
Het parfum verdampt,
een vleug van een droom uit mijn jeugd.
In Italië op het strand
met mijn handdoek bijna in de branding
en de geur van zonnebrandolie op een gebronsde huid.
Dit is hoe vrouwen in bikini ruiken
als zij iedere dag in zonlicht baden – en de zee ruist.
Hier sta ik op een granito vloer
met de zee weer aan mijn voeten.
Het water dat langs mijn roze huid stroom, schuimt
en ik weet dat het niet te laat is,
dat er een branding in mij huist.
Als u uw publiek wilt laten voelen dat u vrolijk bent,
gebruik in uw gedicht het woordje vrolijk niet,
zei de beroemde dichter in een uitgelezen interview
stel dat u vrolijk bent van regen in het hoogseizoen,
omschrijf dan uw gevoel in termen van depressie,
ellende of misère, maar gebruik het woordje vrolijk niet
of als het u gelukkig stemt hetgeen de wereld draaiend houdt,
schrijf dan in volle overtuiging dat hij naar de kloten gaat,
maar alstublieft, gebruik het woord gelukkig niet.
En als u in haar ogen kijkt, vertel haar dat het leven
daaruit weggetrokken is, dat haar huid gerimpeld is,
maar gebruik beslist het woordje liefde niet.
De eerste hond heeft een denkbeeldige borstzak
Daarin steek ik gestolen geld en bekentenissen die
Drie families kapot kunnen maken en na zes maanden
Van geen tel meer zijn, omdat er nu nieuwe mensen wonen en
De fietszaak een frituur is geworden en de uitbater een socialist.
De tweede hond is altijd ziekelijk en
Genoemd naar een fotogenieke gangster
Hij sterft wanneer ik op sneeuwklas ben
Met een skilat sla ik op de kruin van de meester
Omdat hij is begraven met een naam die hem tegenhield
De meester geeft je een stoffen zakdoek met geborduurde herten en
Hij kust je kleine tepeltjes in het berghok waar onze botten staan
Ze dragen nummers, ik vergeet het nummer van mijn paar.
De derde hond is een kat die piept als het plastic kieken van de eerste hond en
Een hekel heeft aan haar staart, wat volgens mijn moeder ‘freudiaans’ heet
Ze moet nog groeien en neuroses ontwikkelen, die kat
Maar de stiefvader rijdt haar dood, het is herfst, het is avond
Ik graaf een put en nu liggen ze in verschillende staten naast elkaar
Straks geef ik ze namen die klinken als de bronstige kreten van hoefdieren die nooit hebben bestaan.
Recente reacties