Omdat je weleens een neger hebt gezien
(mag ik neger zeggen, dames en heren?),
ben je nog geen Bijmer-expert.
Iemand noemde mij eens De Witte Negerin Van Amsterdam.
Geen idee waarom, want de rok die ik aanhad, kwam uit India.
Maar het is waar, als tienermeisje zat ik op metrostation Kraaiennest
(in die goeie, ouwe tijd) vol waardering te kijken naar al die kleurrijk
geklede vrouwen met hun klederdracht uit Ghana en Nigeria, met de
prachtigste tooien op hun hoofd, die met pronte borsten en trotse
schouders voorbij kwamen lopen, en dan dacht ik: Dat wil ik ook.
Zoals ik als vijfjarig meisje het allerliefste op de hele wereld een Zeeuwse
wilde zijn, met kanten kapjes en zilveren spiegels die de Zuid-Nederlandse
zon weerkaatsten, lonkend naar de golven van de Noordzee blonken, met
dikke billen in een mooie rok en dan met z’n allen dansen in een kring, met
z’n allen op klompen dansen en alleen nog lachen, alleen nog mooi zijn.
Die Zeeuwse was ik ook, want ik had een ring met een Zeeuws knopje dat
van het fijnste zilver gemaakt en alleen van mij was. Dat knopje ben ik
helaas al heel gauw kwijtgeraakt en ik weet eigenlijk niet waarom, want
ik kreeg het van mijn oma en niet om het meteen weer te verliezen.
Recente reacties