Resultaten voor het trefwoord mond

de russische aarde – harry m.p. van de vijfeijke

Wat zou ik van haar kunnen houden,
al mijn aandacht inzetten. Och arme. Haar wijze
en lijdende mond, haar waardige kont,
haar geste is rond als de Russische aarde.

Ik zou van haar glijden na het bestijgen,
zacht en met gave. Ik zou de dagen besteden
met thee voor haar schenken en zomaar wat
kijken naar haar.

Mij afzonderen even, laat in de middag,
voor een gedicht.

gedicht dat ik schreef op 16/01/92 – maaike klaster

Toen ik nog net 15 was
 
 
Verlangens
naar zijn warme mond
naar zijn koude hand(en)

Opgelaten
als ik te veel dingen zeg
als ik niet weet wat te zeggen

Kwaad
omdat hij niets van zich laat horen
omdat hij niets van zich laat zien

Spijt
dat het zover is gekomen
dat het niet verder gaat

Bang
dat ik hem ooit weer zal zien
dat ik hem nooit meer zal zien

laatste bus – bennie spekken

de chauffeur veert op
en neer in het donkere
vooronder

scheert boom na boom
de groene tunnel
door lichtbundels betast

de mond van de engel
op mijn schouder hangt
wagenwijd open

haar hoofd een speelbal
van de automatische idioot
ze lijkt wel dood

het einde is inzicht
er is geen weg
geen land meer

alleen het vuur
van de zon
onder

* – maaike klaster

Smerige hond,
ik jaag je op tot aan het graf, ga door een bos van jaren,
leg aders, al jouw gore daden bloot. Deze keer geef jij je over.

Mond open, rits op ooghoogte, mondje dicht. Slik, zegt hij
en ik verlam in een grote mensenhand. Als iets mij dwingt, heel vies en
hard, word ik door vleugels opgetild, verdwijn ik naar een ander licht.
Daar zingen zij een hart voor mij, zij zingen mij een haag van rozen,
een krans om in te wonen. Zo woon ik nog. Maar ik keer terug,

vind hem in dat ene jaar, die dag, dat hok. Waar hij zich denkt te kunnen
verschuilen, grijp ik hem juist. In iedere hoek van iedere cel, want ik ken
ieder allel van jou. In de speelgoedberging breng jij jouw muil in plaats van
mij naar die vuige zak, klootzak, en waag het niet die vuile poten in mijn
onschuld te wassen, smeerlap. Dat bloed kleeft aan jouw tanden.

Je hoort het goed, ik jaag op je,
wacht je op. Begin maar vast met huilen, moederneuker, kind van God.

zwijg – b. vogels

voel het doorzicht
naakte takken raken aan
het laatste woord

het jaar droogt uit
het laatste blad
wordt voor je mond genomen

nu ijlt de winter
bij wijze van
alledaagse taal

* – maaike klaster

Met de bittere klank van
      God in mijn mond
zwijg ik uit angst
      voor slechte adem,
oranjebloesemconnotaties.

Maar ik proef die Amen toch?!

Dus spreek ik voortaan
      in aroma, nardus,
jatamansi olie. Over
      groene mandarijnen
en campari zonder soda.

Lazarus’ zus, ja. Klinken maar.

collega – bennie spekken

vanochtend vroeg ik, slachtoffer
hoe het met haar ging
het ging niet goed

de oude wond ging weer open
haar mond
ging niet meer dicht

* – danique corman

Wanneer er gezwegen wordt zonder een glimlach verberg je het gemis
Het verlangen van steun door de afgelopen jaren droefenis

De frustratie willen uitschreeuwen, de pijn die in je hart maalt
door vele teleurstellingen niet weten waar het zich herhaalt

Dan nog de indringende vraag wat mijn karakter vernietigt
Ontwijken door mijn blik af te wenden wordt het beëindigd

Bang om verraden te worden door mijn eigen kijkers
twee zielen die samen komen, beide gekweld door verdriet

Hoop kunnen uitwisselen met je om de stress te bedrukken
alles door te vertrouwen wat een mens kwetsbaar kan verdrukken

De verwijzingen en misleidingen die “mijn” ziel doen uitroeien
ik neem alles voor lief anders zullen de verwijten alleen groeien

Soms willen uitschreeuwen wat in gedachten voorbij vaart
dit vergezellen met een arm die om me heen slaat

Een goed gesprek met een waardevolle ervaring als vervolg
die mij weer een andere kijk op het leven kan aanbieden

Als ik mijn mond open, mijn longen vol zuig met lucht
mijn handen verbergen alsnog de opening zodat er niks vlucht

Maar vingers laten een kleine spleet ontsnappen
net groot genoeg om een zucht te betrappen

Daarna de snijdende stilte terug in mijn hart te verstaan
Vermoeiend als het is; telkens de fout weer begaan

Eindelijk een heldere blik vragend, een geruststelling moeten zijn
toch afslaan en niet uit mijn woorden kunnen komen het ongein

vertrouwen als een vooroordeel kwijtraken in de mens
zenuwen die mijn hoop doen opgeven; het verlies van een wens

Wat zijn wij als mens zijnde toch ongelofelijk ingewikkeld
verborgen in deze wereld, verplicht te onderzoeken

het meisje en de zee – hanny van alphen

wonderlijk hoe gedachten
suiker spinnen

het zoete de mond beroert
van het meisje in de wolken

aan haar voeten wijkt het water
de zee, de zee

ebt langzaam weg
en neemt in haar kielzog mee

de glimlach van een jonge man
en hoe zij wachtte

del – b.vogels

Haar mond gaat vreemd.
Over de rode lijn rollen roddels
van hoek tot tong.

Haar stiftpunt kent geen schaamte.
De huig walmt van likeur.

Je hoeft geen liplezer te zijn.